United States or Kenya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met moeite onzen weg vervolgend naar het Westen der stad, bereiken we de nauwe straatjes van het Academiegebouw en zijn omgeving. De boeken uit de Bibliotheek liggen over den grond gestrooid tusschen het materiaal van een kuiper. In die smalle straten, die weinig lucht krijgen, is de reuk onuitstaanbaar.

Indien wij nu linksafslaan dan komen wij op de zoogenaamde Langebrug, gaan even de Papengracht op, om het keurige Brouckshovenshofje te bezichtigen, in de hoop dat het ons vergund zal worden op de regentenkamer eenige niet onverdienstelijke schilderijen te beschouwen, en vervolgen dan onzen weg naar het Rapenburg, u ter rechterzijde een huis en tuin aanwijzende dat zich van daar tot de Papengracht uitstrekt, vroeger een deel van het Sint-Barbaraklooster, of wilt gij liever van het Prinsenhof later het eerste academiegebouw van Leidens hoogeschool.

Het groote hardsteenen gebouw dat niet verre van daar gezien wordt is 's Rijks Herbarium; een weinig verder voorbij de Doelensteeg waarin het Eva Van Hoogeveens hofje zich bevindt aanschouwen wij het Kabinet van pleisterbeelden, gravures en teekeningen en daarnevens het ijzeren hek, dat eene binnenplaats of beter gezegd een voorplein van den openbaren weg afsluit, waarbij gij links eene deur vindt, welke naar het Academiegebouw voert, vroeger de verblijfplaats der Witte Nonnen, die er natuurlijk al uit waren toen de »blonde jeugd van Leiden" hier zijn intocht deed.

Er is iets indrukwekkends in het zien van de gelaatstrekken dier mannen op de plaats waar zij geleefd en gewerkt hebben, iets dat ons tot langdurige bespiegelingen zoude opwekken, wanneer het bestek onzer wandeling geene kortheid gebood; en, dit in aanmerking genomen, treden wij weder naar buiten waar de Hortus Academicus, welks ingang nevens het Academiegebouw gelegen is, onze aandacht vraagt en ons bezoek eischt.

In Leiden hield ik op een gezellig mensch te zijn. Ja, ik weet 't wel: bij de meeste menschen is het net anders om. Maar mij heeft het student-zijn uit 't leven gejaagd. Die duffe localen van de professoren, dat van den een naar den ander loopen door de vuiligheid en de kou', die aklige kille banken in het academiegebouw, nee! daar kon ik niet tegen. Ik heb dan ook niet afgestudeerd.