Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 oktober 2025
Die vorming schijnt nauwelijks ingewikkelder, dan die der mineralen, die in prachtige, meetkunstige vormen kristalliseeren, of die der scheikundige voortbrengselen, die onder bepaalde voorwaarden van verzadiging en temperatuur, het aanzijn geven aan die prachtige rangschikking van moleculen, waarvan de mikroskoop ons de schoonheid en harmonie heeft leeren kennen.
Maar wie en wat hij ook zij, eenvoudig pleizierreiziger, oudheidkundige of kunstenaar, geen ander schouwspel zal hem zoozeer kunnen boeien als de twee tempels van Aboe Simbl, of zooals zij in den regel genoemd worden, van Ipsamboel. Deze beide monumenten, vooral de grootste, mogen beschouwd worden als de meest wonderbare scheppingen, die de menschenhand in het aanzijn riep.
Toch is het de mensch, zoo klein tegenover de grootsche natuur, uit wiens brein deze wonderwerken zijn ontsproten, en die ze in het aanzijn heeft weten te roepen; die als het ware voorzag, hoe eenmaal deze reuzenschaduwen, oneindig gerekt en verlengd, zich zouden uitbreiden en alles omhullen, tot ook zij wegsterven, wanneer de opgaande zon ze doet verdwijnen, om ze aan gene zijde weder in het leven te roepen.
En zie, hoe een Paulus gearbeid en gezwoegd heeft, volijverig in den dienst zijns Heeren tot zijn einde toe. En zoo dan is ook onze roeping niet om te sluimeren als kinderen des nachts, maar om te arbeiden als kinderen des daags. De nacht komt, waarin niemand werken kan. En zoo moet er dan in naarstigheid en volijverig ook in uw geestelijk aanzijn gearbeid. Gearbeid in uw geloof.
Ja, de eerste stervling gaf ons 't aanzijn uit zijn bloed: Maar my, in Edens hof, van fijner geest doorvoed Dier Heemlen, welker lucht dien blijden Hof doorwemelt; En hun, wier spruit gy zijt, reeds balling en onthemeld.
Evenals de vorige formaties, hebben ook de krijtformaties het aanzijn verkregen op den bodem van het water. Al de streken, waar de krijtformatie bloot ligt, waren onder de golven gelegen.
Dat streven zal blijven voortduren, totdat de natuur het aanzijn zal geschonken hebben aan de gevoelige en de vleeschetende planten, het kruidje-roer-mij-niet en de drosera, en aan de vogels, de zoogdieren en den mensch.
Onder den invloed van de nieuwe omgeving gaven de celweefsels, die oorspronkelijk gelijkslachtig waren, het aanzijn aan nieuwe bedekkingen. Bij gewijzigde voeding werden ook de planten voor dat doel gewijzigd. Zoo ontstonden eensdeels de blad- en levermossen, anderdeels de varens, de paardestaarten en andere.
Maar, de paradijsslang verloor haar lokstem nog niet. Toen men dit Eden op de eertijds zoo weinig bezochte rotshoogte, grootendeels kunstmatig, in 't aanzijn riep, toen heeft men wel degelijk op haar lokstem gerekend. Neen, onder dat heerlijke lommer toeft men niet langer. Men moet verder! Die slingerpaden golven zelfs niet veel, en voeren schier rechtstreeks tot het doel.
Tot nu toe waren ook alle levende wezens doof; de gehoorzenuw vormt zich, trilt voor het eerst, geeft langzamerhand het aanzijn aan het oor; het strottenhoofd en de tong zijn ontwikkeld genoeg, zoodat tonen kunnen worden voortgebracht, die eerst nog onduidelijk, langzamerhand meer gearticuleerd worden; het zal gesis worden bij de slang, gebrul bij de verscheurende dieren, gezang bij den nachtegaal, en de spraak bij den mensch, de spraak die door haren rijkdom en hare bekoring de menschheid op den weg der verstandsontwikkeling geleid heeft, de geschreven taal heeft geschapen, de geschiedenis heeft gesticht, dat heerlijke erfgoed van vervlogen eeuwen, en het menschelijke ras het karakter van zijnen adel en zijne grootheid heeft geschonken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek