Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 oktober 2025
Ook heeft het iets stuitends voor ons gevoel, dat alle oorden, plaatsen en dingen, als wij er niet meer zijn, volkomen blijven kunnen zooals zij waren, toen wij ons in hun midden bevonden; en het wekt een soort van wel onbillijke, maar toch van verontwaardiging op, dat zij zich volstrekt niet aan ons aanzijn of afzijn storen, en veel standvastiger en veel beter gegrond zijn dan wijzelf! eene verontwaardiging niet ongelijk aan die, welke een min of meer bestoven vriendenkring gevoelt voor een doodnuchteren gast.
Zij wieschen het af, en ze zeiden hem, dat hij bij het vuur zou gaan zitten. Zij dankten God, dat hij niet gedood was. Hij staarde in het vuur. Hij dacht niet aanzijn wonden, slechts met Galiëne's naam was hij bekend. Haastig at hij 't eten, dat hem de jonkvrouwen brachten. Toen liet hij Galiëne's naam in zich zingen, en hij verwonderde er zich over, of hij gelukkig was of niet.
De vernieling van oudere formaties heeft daar het aanzijn geschonken aan kleine steentjes, waarvan men in Artois exemplaren terugvindt.
In één woord, het geheele dierenrijk, zoowel het levende als het fossiele, doet ons dezelfde verschijnselen zien, als de ontwikkeling der vrucht, die, beginnende uit de cel, zich trapsgewijze verheft tot aan de sport, waarop de beide wezens staan, die haar het aanzijn geschonken hebben.
De regen gaf het aanzijn aan bronnen, de bronnen aan beken, de beken aan stroomen, en later aan de groote rivieren. De wateren verbrijzelden de steenen, en veranderden ze in keien en in zand. De zee, die aan de kusten knaagde, de vloed en de eb, veranderden tweemalen daags de grenzen en de vormen der kusten.
De lentezon, die de aarde uit haar verstijving roept, kan het aanzijn schenken aan een zonnemythe, maar ook aan sprookjes als dat van de Schoone Slaapster in het Bosch, door den prins uit haar slaap gekust, en hetzelfde geldt voor de vertelsels van Klein Duimpje, Blauwbaard enz.
Ongetwijfeld heeft door een serie van dergelijke middelen, aanvankelijk nog zwak bij de polypen, later sterker bij de radiaten de natuur den straalvorm tot aanzijn gebracht. Daardoor heeft dat nog zoo onvolkomen, blinde spijskanaal zich niettemin gecompliceerd door straalsgewijze, buisvormige, vaak vertakte aanhangsels in grooten getale.
Die avondwolk, die bleeke straal, Die purpertint aâmt jubeltaal, Die d' Ongeschapen' tracht te prijzen. Doe hij dan, die zoo ras vergaat, Wiens aanzijn slechts een span beslaat, De mensch, tot Hem zijn danktoon rijzen! Hoe vaak bewondren wij den trans, Als wij den deinende' avondglans De blauwe wolken langs zien stroomen!
Bij die wezens is de voortplanting even onregelmatig, en als het ware nog even weifelend als de bloedsomloop. Zij zijn tweeslachtig, geven het aanzijn aan eieren, die zij bevruchten, en uit het ei komt niet de zoon, maar de kleinzoon voort van het dier, dat het heeft voortgebracht, daar de zoon in het ei alleen ontstaat om zich daarin voort te planten en dadelijk te sterven!
Inschikken wordt u dan natuurlijk, vergeven een vanzelfheid, zelfverloochening geen kunst meer, maar de aard van uw aanzijn en de eigen natuur van uw bestaan. Wie weet zelf een stofje te zijn, kan vreeze Gods in de ziel omdragen. Alles trekt dan naar boven. Alles in hem smelt dan weg in bewondering voor Hem, die alleen groot is.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek