Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
Men kan ze ook nog op eene andere manier gereed maken en wel als volgt: zij worden met kokend water opgezet en met een spijslepel wijnazijn, benevens wat zout, gaargekookt; dan op een doorslag geschud. Vervolgens laat men ze stoven met een lepel meel dat in boter gebruind en met bouillon aangemengd is; men raspt er notemuskaat door en bindt ze bij het opdoen met een eijerdoijer.
Bereiding van Grahambrood in Bosnië, naar de mededeeling van A. J. Domela Nieuwenhuis. Tarwe wordt gezuiverd en grof gemalen. De gemalen tarwe wordt met kokend water aangemengd en met een zuiveren doek bedekt. Als na verloop van ongeveer een uur het mengsel genoeg is afgekoeld om met de handen gekneed te worden, wordt het deeg goed doorgewerkt.
Men prepareert ze als kropsalade, met bieten er doorgeroerd, of als andijviesalade volgens No. 23. Chicoreisalade. De geele scheuten van chicorei worden aan kleine stukjes gesneden, en met olie, azijn en zout aangemengd. Selderysalade. De selderyknollen worden, in water met zout, gaar, maar niet te week, gekookt, aan schijven gesneden en koud gegeven met olie, azijn, zout en peper. Uijensalade.
Dan neemt men chalotten, citroenschillen, dragon, basilicum, thijm, mariolein, nagelen, peper en zout, alles zeer fijn gemaakt en met azijn aangemengd, en wrijft het vleesch daarmede in; men legt het, met eenige laurierbladen en stukjes boter, op spekschijven in een pot en laat het, goed toegedekt, half gaar worden. De verhouding is 4 deelen wild, tegen 6 deelen varkensvleesch en 1 deel spek.
Stokvischpudding. 2 1/2 o. gesmolten boter, 10 eijeren, wat gehakte chalotten, notemuskaat, zout, 2 1/2 ons geraspt wittebrood, 1 p., 2 1/2 o. fijngehakte stokvisch wordt dooreengeroerd en 1 1/2 uur gekookt. De saus maakt men van gehakte en gefruite chalotten, met een weinig meel en bouillon of water aangemengd; gekruid met notemuskaat en zout, gebonden met 2 eijerdoijers en 1 lepel melk.
Men snijdt van goed gewasschen rijpe kweeperen steel en bloesem weg, snijdt ze ongeschild in kleine stukjes, laat ze gaar stoven in weinig water met wat suiker. Vervolgens wrijft men ze door een zeef, doet er wat maizena door, dat men met wat koud water heeft aangemengd, lengt vervolgens onder gestadig roeren het nat met zooveel kokend water aan, tot zich een dikke lijmige saus heeft gevormd.
Verder snijdt men, aan gelijke langwerpige reepjes, eenige bladen savoyekool en wortels, het groen van een selderij, een prei en wat kleine stukjes bloemkool en jonge erwtjes. Kastanjesoep. Men kookt kastanjes volgens R. 302 of 303. Zijn ze gaar, dan worden ze fijngemaakt en door een zeef gewreven. Daarna wordt de kastanjebrij met zooveel heet water aangemengd, dat ze op de gewenschte dikte komt.
Het meel moet met een weinig koud water worden aangemengd en, even vóór het opdoen, in de groenten of wat dan ook, geroerd worden. Voor schuimende sausen kan men het niet gebruiken, maar men moet zich dan van ander fijn meel bedienen; zoogenaamde keizersbloem is zeer aan te bevelen en niet hooger in prijs dan tarwemeel. Rijstmeel.
Wel laat de keuken er, zooals in alle engelsche koloniën, te wenschen over, maar ik was reeds sedert maanden gewend geraakt aan een menu, dat onveranderlijk uit dezelfde gerechten bestond, nl. uit in water gekookte groenten, sausen van aangemengd meel en visch, die zonder zout was klaar gemaakt.
Als de kruisbessen goed gaar zijn, worden ze door de zeef gewreven en met heet water aangemengd totdat de soep de vereischte dikte heeft. Daarna klutst men een ei in de soepterrine, neemt telkens wat van de afgekoelde soep, roert het door het geklutste ei, zorg dragende steeds in één richting te roeren. Men gaat zoo voort totdat al de soep in de terrine is overgegaan. Men zoet de soep naar smaak.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek