Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Daarom is het, mijn waarde, dat ik u »in zekeren zin benijdbaar« noem. Geloof mij, en tot wederziens en beter begrijpen wellicht... UW BURGER-ZELF. 10 Maart 1916. ...Ik zit in het lokaal waarin wij, honderden burgers van hoe wonderlijk één en dezelfden leeftijd, tezamen zijn gekomen om soldaat te worden. Honderden kleine drama's op één dag, geduldige lezer, en ge hebt het niet geweten!
Noot: Naar aanleiding van: "Beatrijs, Het Middelnederlandsch Gedicht in Proza naverteld" door B.J. Spitz. "De Zonnebloem" Apeldoorn, 1916.
Sinds dien dag ken ik een nieuwe luxe: vrij en zonder geleide op straat te loopen. Ik bestraf mijn hond niet meer, als hij een dag er van door gaat... Verloven. Mei 1916. Wij, soldaten, wenschen de lengte en het aantal der ons van hooger hand toegestane verloven gehandhaafd te zien, zooals een huisdier het volume van zijn portie voedsel.
Een oppervlakkige indruk, dat na het midden der vijftiende eeuw wit en zwart afnemende zijn, terwijl blauw en geel toenemen, zou nadere bevestiging behoeven. De Gids 1916, no. 6 en 7. Rel. de S. Denis, II p. 78. Rel. de S. Denis, II p. 413. L.c., I p. 358. Rel. de S. Denis, I p. 600; Juvenal des Ursins, p. 379. La Curne de Ste Palaye, I p. 388; vgl. ook Journal d'un bourgeois de Paris, p. 67.
De verzameling poppen, die tot September 1916 in het Rijks Museum op zijn eigenlijke plaats was, werd door particulier initiatief, door particulier geld bijeengebracht. Ook was het zoo met de verzamelingen in de provinciën, waar zich particulieren, vereenigingen of genootschappen te werk stelden. En deze laatsten hebben zeer goed werk gedaan. Maar de regeering deed niets.
Van hetgeen de jongeling uit Westzaan deed moet ge haast schreien, en van hetgeen de Ilper jongeling deed moet ge schier rillen. In 1825 is er een groote overstrooming geweest, want de Zuiderzee-dijk was doorgebroken. Het was de laatste groote overstrooming vóór die van 1916, over welke gij elders in dit schetsboek ingelicht wordt.
Febr. 1916. Een zeer vermakelijk èn diep-aandoenlijk boek. Ziehier in weinig woorden de twee ver uiteenloopende eigenschappen van dezen bundel gekenschetst, eigenschappen, die maar al te zelden beide in het levenswerk van één auteur worden gevonden, nòg zeldzamer in één boèk voorhanden zijn.
Thans, in 1916 en reeds in 1912 op het feest in Nationale kleederdrachten te Amsterdam, moet geconstateerd worden dat van de Nederlandsche-eigen-volks-kleedij niet veel meer over is, en dat wat er nog is, zienderoogen en jammerlijk verandert en verdwijnt. En het gaat met dat verdwijnen ieder jaar sneller.
Telkens wordt verwezen naar hoofdstuk V: "Het Jodendom en de Kerk in bezettingstijd". Dit hoofdstuk is geschreven door ds. J. van Nes, toenmaals predikant te 's Gravenhage voor de zending onder de Joden. Vanaf 1916 tot aan zijn dood in 1949 heeft hij deze speciale opdracht gehad. Ds. Van Nes is nooit predikant van een gemeente geweest.
Deze belangrijke collectie, die tot September 1916 in het Rijks Museum te Amsterdam te zien was en waar zij, om zooveel redenen, op de eenige haar toekomende plaats was, is sinds dien, jammer genoeg, naar het openlucht Museum te Arnhem "uitgewezen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek