United States or Romania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zeker, zijn gevoel van niet te passen in die koud-vernuftige, gevatte, geestige kringen der encyclopaedisten, der plutocraten en van den adel; zijn bewustzijn van daar niet tegen op te kunnen en een ongelukkig figuur te slaan; van [p.172] behept te zijn met den echten esprit de l'escalier, dat alles noopte hem de maatschappij te vlieden. Maar toch, het dient gezegd: wat hem verbitterde was niet alleen gekrenkte eigenliefde, maar ook beleedigd rechtsgevoel. Het was onrecht, zoo moet hij 't gevoeld hebben, dat hij, het genie, "balourdises" zei: niet alleen niet wist te schitteren in de salons, maar zelfs niet één woord bijna zeggen kon, of hij ontdekte later, een domheid te hebben gezegd; het was onrecht, dat die anderen, zijn minderen, aldus over hem heerschen konden, in stede van hij over hen. Arme Jean-Jacques! Hij geleek een koningszoon, die door een boozen toovenaar veroordeeld is, in de gestalte eens geringen door het leven te gaan. Slechts op die oogenblikken, zoo heeft de wreede gezegd, als het onbaatzuchtig genie van een waarachtig en goddelijk heerscher in u komt en ge d

Dank zij der gewoonte, om salarissen uit te betalen aan de afstammelingen van bijna alle ambtenaren en aan elken khan, kan het gebeuren, dat alle inkomsten eener provincie op de plaats zelve worden opgebruikt. Er is mij verzekerd, dat een der ambtenaren 172 jaargelden genoot voor zich en zijn bloedverwanten.

Juvenal des Ursins, 1418, p. 541; Journal d'un bourgeois de Paris, p. 92, 172. J. Veth & S. Muller Fz., A. Dürer's Niederländische Reise, Berlin-Utrecht, 1918, 2 bde, I p. 13. Chastellain, III p. 414. Chron. scand., I p. 27. Molinet, V p. 15. Lefebvre, Théatre de Lille, p. 54, bij Doutrepont, p. 354. Th. Godefroy, Le ceremonial françois, 1649, p. 617.

IV. 172; Wins. fol. 670. Verg. Leven van Willem I, door L. F. de Beaufort, XI Boek. Bernard van Merode en zijn broeder Willem behoorden tot de eersten, die onder den Prins dienst namen, en in het veld door dapperheid en wijs beleid uitmuntten. Dit geslacht heeft aanzienlijke bezittingen in de Provincie Noord-Braband, doch behoorde van overouden tijd tot den Belgischen Adel. Verg.

Ook BOSSCHA, II 193 vermeldt dit en Mr. VAN HALMAEL bezong dit blijk van huwelijkstrouw in den Alm. v. 't schoone en goede, 1837. BOSSCHA, II 144, 172, 188, 192, 240, 258, 261, 315, 319 env.; Friesche Volks Almanak, 1840, 104; N. YPEIJ, Gedenkschrift van Coehoorn, Fran. 1781; CHALMOT, Biogr. Woordenb. VII 129; KOK, Vaderl. Woordenb. X 366; Levensbes. van Nederl.

Zie de Verzameling van Placaten, 339, 343; Apologie van C. L. VAN BEIJMA, 172, 230, en vele andere stukken van dien tijd.

Christine de Pisan, Oeuvres poétiques, I p. 172, vgl. p. 60, l'Epistre au dieu d'Amours, II 3; Deschamps, V p. 51 no. 871, II p. 185 vs. 75; vgl. hierboven p. 207. L'Amant rendu cordelier, l.c. Menot, l.c. Gerson, Expostulatio ... adversus corruptionem juventutis per lascivas imagines et alia hujusmodi, Opera, III p. 291; cf.

. onherroepelijke veroordeeling wegens het opzettelijk deelnemen aan eenig misdrijf met een aan zijn gezag onderworpen minderjarige. . onherroepelijke veroordeeling wegens het plegen van eenig misdrijf omschreven in de titels 1, 2, 3 en 4, de artikelen 140 eerste lid, en 172, in de titels 13, 14, 15, 18, 19 en 20 en in de artt. 381-385 van het 2de Boek van het Wetboek van Strafrecht.

Dank zij der gewoonte, om salarissen uit te betalen aan de afstammelingen van bijna alle ambtenaren en aan elken khan, kan het gebeuren, dat alle inkomsten eener provincie op de plaats zelve worden opgebruikt. Er is mij verzekerd, dat een der ambtenaren 172 jaargelden genoot voor zich en zijn bloedverwanten.