Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
't Was te zien, dat hij zich in het minst niet haastte. Hij zat met de oogen te knippen, en smakte met de tong. De oude broodkorstjes en de droge stukjes kaas waren zeker zeldzame lekkernijen voor hem. De student wilde hem niet storen, zoolang hij at, maar toen het dwergje eindelijk genoeg had, begon hij met hem te praten. "Hallo, jij daar!" zei hij. "Wat ben je voor een ventje?"
De zeeman had ook strikken gemaakt van de vezels van een plant en deze strikken brachten grooter voordeel aan dan de vallen. Er ging zelden een dag voorbij, zonder dat er een konijn gevangen werd. Men at elken middag konijnen, maar Nab wist zulk een afwisseling in het bereiden der sausen te brengen, dat de kolonisten er zich volstrekt niet over beklaagden.
Hebt gij zeer aan uwen vleugel, arme ooievaar, dat gij mij zoo gewillig laat begaan? Hoe weet gij dat onze handen handen van vrienden zijn? Als de ooievaar genezen was, kreeg hij alles te eten wat hem lustte; doch liefst at hij de visch, die Klaas voor hem in de vaart ging vangen. En telkens dat de vogel Gods hem zag komen, opende hij gretig den bek.
Uilenspiegel at en dronk, terwijl hij de klei kneedde; soms at hij er wel een brokje van, doch daar sloeg hij geen acht op, want heel aandachtig beschouwde hij het konterfeitsel van Boelkin's broeder.
»Mag ik voor de derde maal van dien »hotpotch", die beter smaakt dan welke schotel ook van Helenaburg!" Waarachtig men at goed in het Wapen van Duncan. Men moest evenwel alle twee dagen voorraad opdoen van de stoombooten, die den dienst langs de kleine Hebriden verrichten. Maar men dronk ook goed.
Hij liet zich broeder Alberto van Imola noemen en in hun gewaad begon hij voor den schijn een leven van ontbering te leiden en de boete en het vasten te prijzen en hij at geen vleesch en dronk geen wijn, wanneer hij er geen had, die hem beviel.
Maar die viel vlak voor den jongen neer, en hij pakte hem gauw, en at ervan, tot hij genoeg had. Toen de kraaien gegeten hadden, begonnen zij te praten. "Waar denk je aan, Windsnel? Je bent zoo stil vandaag," zei een van hen tot den aanvoerder.
"Je weet niet," zei de koe, "dat ik al ééns zoo oud ben, als een koe gewoonlijk wordt, eer ze op de slachtbank wordt gelegd. Maar ik geef er ook niet meer om, of ik leef, nu zij me niet meer kan komen verzorgen." Ze zei een poos lang niets meer, maar de jongen merkte wel, dat ze niet sliep en niet at. Het duurde niet lang, of ze begon weer te praten. "Ligt ze op den grond?" vroeg ze.
O, wat was er gebeurd? Of was alles een droom? Had zij gedroomd dat zij met Geoffrey van aangezicht tot aangezicht in zijn kamer had gestaan, voordat een diepe duisternis haar had overvallen? Of was het een ontzettende waarheid? en als het een waarheid was, hoe kwam zij dan weer hier? Zij ging naar de provisiekast, nam een stuk brood en at het, want zij had nog een gevoel van flauwheid.
De wolf at het op, maar hij was nog niet voldaan en ging een tweede halen. Maar hij deed het zoo onbekookt, dat de moeder van het lammetje het bemerkte, en verschrikkelijk begon te schreeuwen en te blaten, zoodat de boeren kwamen aangeloopen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek