United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Doen wij nu allen onzen plicht met vastberadenheid en trouw ... Ik zie in de vergadering velen mijner vrienden, wien ik te dezer gelegenheid gaarne de hand zou drukken, en andere gezellen, met welke ik wensch kennis te maken. De Voorman hebbe de goedheid mij tot hen te geleiden en mij hunne namen te noemen, opdat ik ze herkenne, als wij te zamen tegenover den gemeenen vijand zullen staan."

Voort holden ze allemaal; ze stonden niet stil om adem te halen tot de voorman, in een hoek van het weiland, dat Oliver had aangewezen, nauwkeurig de greppel en de heg er naast begon te doorzoeken, wat den overigen gelegenheid gaf, hem in te halen, en aan Oliver om dokter Losberne te vertellen, wat aanleiding tot die verwoede vervolging had gegeven. Al hun zoeken was tevergeefs.

«We gaan den kleinen moestuin langs," klonk de stem van den hovenier in den nacht sprekend. «Zou u je niet vasthouden," vroeg van D... aan den gast die op den tast af achter hem aansukkelde, met de onhandigheid van een stadsmensch die het groote duister niet kent, «je loopt anders het bosch nog in." «Zeg dat wel," zei deze lachend terug. Hij deed met de hand een greep naar de jas van zijn voorman.

"Dat mher Hacket, kastelein van Brugge, spreke!" zeide de Voorman. Hacket begon eene rede, waarin hij de vergadering aanraadde de zaak wel en met bedaarden geest te overwegen, vooraleer eene misschien overijlde beslissing te nemen.

»Kommandant," hernam Jacobus Naudé, »ge zijt onze gekozen voorman, en naar mijn beschouwing ons volste vertrouwen waardig. Wat anderen denken, weet ik niet, maar mij is het duidelik, dat al verspraken wij ook de gehele dag, wij als de zon ondergaat nog even ver zouden zijn; of wellicht een verkeerd besluit zouden genomen hebben.

En zoohaast de Voorman toestemmend hem had geantwoord, sprak hij: "Gezellen, ik wensch u geluk over uwe manmoedige besluiten. Gelooft mij, gij hebt gedaan wat Kerlingaland van zijne vrije, van zijne onversaagde zonen mocht verwachten. Nu hebben wij geenen vorst meer.

Het open zijn is zoo ver mogelijk uitgestrekt, want niet alleen zijn er geen deuren aan de banken en geen kastjes voor de Bijbels en geen rugbekleeding en geen kussens, waarin gij kunt weg zinken, misschien zijn er vloermatten en bidbankjes en is er nauwelijks eenige afscheiding tusschen de banken, maar wellicht zijn er in het geheel geen banken, alleen stoelen, en gij steekt uw psalmboekje in een rekje aan den rug van den stoel van uw voorman, die gaat verzitten, als gij dat doet en gij knielt tegen dien stoel als er tenminste mogelijkheid is om te knielen en dan geeft gij uw voorman een duw, wat hij natuurlijk kwalijk neemt.

Burchard Knap sprong recht en poogde te spreken; maar de Voorman ontnam hem onmiddellijk het woord en deed hem zitten, voor reden gevende dat, eer zijne beurt verschene, nog menig ander gezel moest worden gehoord.

Zijne gedachten, die hij zeer onduidelijk voordroeg, kwamen hierop uit, dat men zich wel in allerhaast ten oorlog hoefde te bereiden, doch niet nalaten mocht het middel tot verzoening te beproeven dat door den vorigen spreker was aangeduid. De vergadering hoorde zijne rede met onverschilligheid aan. "Mher Robrecht Sneloghe van Houthem mag spreken" riep de Voorman.

Burchard, hierdoor aangemoedigd en verstout, begon weder tot de vergadering te spreken; maar de Voorman onderbrak hem door herhaalde hamerslagen, en verzocht hem zich neder te zetten, hem zeggende dat hij stellig en streng hem verbood het woord te voeren voordat zijne beurt kwam. De onverduldige Kerel moest gehoorzamen en nam grommend plaats op de bank nevens Disdir Vos.