United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De kastelein was in de gelegenheid hem van dien kant gerust te stellen, en raadde hem aan, om maar in de groote zaal intrek te nemen, omdat daar een warme kagchel stond en die nu geheel tot hunne dispositie was. Weldra volgde de lijder, door vier vrienden ondersteund, telkens bij het neêrzetten zijner beenen onderzoekende, welk toch gebroken was, en nog immer in dezelfde pijnlijke onzekerheid.

De man stak zijn beurs weder in den zak, ontdeed zich van zijn ransel, legde dien bij de deur op den grond, en zette zich met zijn stok in de hand op een bankje bij het vuur. D. ligt in het gebergte. De Octobermaand is er koud. Inmiddels zag de kastelein, terwijl hij heen en weder liep, telkens den reiziger aan. "Wordt er gauw gegeten?" vroeg de man. "Aanstonds," zei de hospes.

De kastelein, alhoewel hij weinig geloof of weinig belang aan deze beweringen hechtte, gaf bevel om nog alle schuilhoeken te doorzoeken en den poorter, indien men hem vond, ongehinderd in zijne tegenwoordigheid te brengen.

Ik zal er den kastelein eens over spreken; want ik voor mij ben nooit gids geweest op de ontoegankelijke rotsen van den Giessbach." Veervlug was terwijl beneden gekomen, met de noodige schrammen en bulten voorzien.

Robrecht en de Kerels des graven wilden de poort geopend hebben om de Isegrims achterna te zetten en ze in het open veld aan te vallen; maar de kastelein deed hun begrijpen hoe onvoorzichtig het was, met geringe macht den strijd te bieden aan een gansch leger ridders, wier paarden alleen voldoende waren om vijf- of zeshonderd man te verpletten.

Baptist Meijer, de kastelein uit het Bonte Paard, was voorheen kamerdienaar geweest bij een groot heer, die hem in zijne zaak had gezet; vandaar dat hij beter wist wat »een fatsoenlijk mensch toekwam," zooals hij het zelf uitdrukte, dan zijn collega uit de Zon.

Maar toen dit opgedischt werd, beweerde Frits, wiens ongeduld zich zóó niet paaien liet, niets noodig te hebben dan zijn rijtuig; met eten of drinken zou hij zich niet ophouden. Bij die verzekering glimlachte de kastelein, terwijl hij ongeloovig het hoofd schudde en de gelagkamer verliet.

"Zoo heet ik ook!" zegt mamsel Westphalen. De overste lacht en zegt dat hij niet Westphalen heet, maar uit Westphalen is; hij heette "Von Toll." Mamsel Westphalen maakt eene diepe nijging van achteren en vraagt: "Neem 't mij niet kwalijk, zijt gij dan soms familie van mijnheer den postmeester en kastelein Toll, hier in de stad?"

De kastelein naderde met kloppend hart en aanschouwde den geneesheer. "Niets meer dan een lijk!" murmelde deze. "Wel zeker?" "Hoe anders? Al zijn bloed is hem ontloopen." "Wat akelige ramp!" "Ja, een ijselijk voorval; maar klagen kan hier niet helpen, heer kastelein.

"Bij zulke heuveldaad wordt de wraak een plicht. Geschiedde wat wil, geduld is hier lafheid!" De proost en de kastelein hadden Burchards handen gegrepen en poogden hem te stillen en te troosten. "Welnu, ooms, wat denkt gij?" zuchtte Burchard met heesche stem. "Nu is al mijn moed gestorven; maar indien mij nog kracht overbleef, zoudt gij zeggen: geef toe, wees voorzichtig, verdraag alles?"