United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Antoine ploos zijn geitenbaardje, zijn gelaat stond ernstig en zijn woorden klonken beslist en doctoraal. Het was verbazend vreemd voor Snepvangers en Craen die gretig luisterden, wat de dames niet deden. Marieken knikte telkens alsof zij het fijne van de zaak verstond. De zon wordt kleiner, verzekerde eens Antoine. Maar jongen wat ge nu zegt, schuddebolde zijn vader.

Eindelijk kwam zij ook in den kelder; daar zat een stokoude vrouw, die schuddebolde. »Kunt ge mij niet zeggen, of mijn bruidegom hier woontvroeg het meisje. »Ach, arm kind, waar ben je ingekomen! het is hier een roovershol! Je gelooft, dat je een bruid zijt en spoedig bruiloft zult houden, maar je bruiloft zul je houden met den dood. Je bruidegom wil je dood maken.

Snepvangers stak de straat over en zocht zijnen hond te verontschuldigen. Dat doet hij anders nooit, Sander. Neen, schuddebolde de kousenvent, maar hij zei geen woord, verbluft door den plotsen aanval. De mogelijkheid van een gesprek met Snepvangers te voeren had hij nimmer bedacht. Onthust staarde Snepvangers in den klaren hemel, Sander vergat te rooken. Schoon lenteweer, teemde Snepvangers.

Katelijne is geene tooveres. De heeren der vierschaar hebben werk op heur hoofd verbrand, en God heeft heur met uitzinnigheid geslagen. En Katelijne, die in een hoek op de hurken zat, schuddebolde en sprak: Doe het vuur uit, hij zal terugkomen, Hansken, mijn liefste. De vrouwen vroegen wie het Hansken was, waarvan Katelijne sprak.

Ze schuddebolde en pruttelde al zuchtend: Onregelmatig en zoo lastert gijlie God. Romaan en hoorde 't meerendeels niet en Madeleen, die geen kwaad bedreef, en geloofde niet dat ze gestraft moest worden. Tante Olympe's klagen werd dan ook weinig in acht genomen en Madeleen beperkte zich met een klein antwoordeken, berustende in de toekomst, die beter zijn zou. Ge moet trouwen, zei tante Olympe.

Ziet, zeide hij, terwijl hij met woede op het dek stapte en schuddebolde, ziet in welken afgrond van vuile, zwarte en afgrijselijke gruwelen ik gevallen ben, toen ik den voet in deze verdoemde kuip zette. Zoo ik hier niet was, zou ik, gezalfd door den Heer.... Met hondenvet? vroegen de Geuzen.

Pastoor Doening, meteen gerustgesteld, schuddebolde goedig, wenkte met zijne slimme oogjes een opvallend gedacht toe, dat hij jegens een grillig en hartelijk meisje niet uitdrukken wilde, en beloofde dat hij zwijgen zou als een graf. Francine bleef, de dagen die daarop volgden, blijgeestig en toonde zich jegens iedereen ongemeen vriendelijk.

Wel dat vuurwerk... Hij had er zoo op gerekend... Gij denkt maar aan Albertken, verweet zij, hebt ge de andere kinderen niet hooren schreeuwen van schrik. Dat gaat over, bepeinsde hij, nog een paar slagen en zij waren het gewoon geweest... Maar hebt ge nu in uw leven zoo iets gehoord, schuddebolde Madame gebelgd.

De vogel riep: »Keer om, keer om, gij jonge bruid! Gij zijt hier in een roovershuisen hij riep het nog eens. Mijn lief, het was maar een droom. Toen ging ik door alle kamers; zij waren alle leeg, en het was er zoo akelig; eindelijk ging ik ook in den kelder. Daar zat een stokoude vrouw, die schuddebolde.

Hij mummelde, blozend van geluk: Dat is nu mijn eigendom. Goedele keerde zich omme en keek hem na, hoe hij schuddebolde en meeging met den kleinen zang, hoe zijne handen ommentweere bijsden, rythmisch en half-beloken, en hoe zijn voorhoofd blonk en zijpelde van overvloedige wellust.