United States or Cyprus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit lezen en wandelen en droomen.... Maar ik zou vermelden op wat wijze de heer Van Meppen de volle maat te meten kwam van het ontuig, dat zijnen ondermeester door het brein spookte, en hoe hij tevens tot de wetenschap geraakte van hetgeen die jonge snuiter en Marieken dan toch zoo samen altoos te verhandelen hadden. Ik ga nu zonder verderen omhaal daartoe over.

Dat je doen zoudt als Hildegarde de reuzin: liever in zee springen, dan verloochenen wat je dierbaar is?" »Zeker, Justus!" antwoordde Marieken: »dat was mij heilige ernst." »Hoor dan!" voer de ondermeester voort. »Wij staan allebei alleen op de wereld; wij hebben niemand die deel neemt aan ons denken en voelen, dan elkander. Daarom moeten wij elkander houw en trouw blijven.

Want ziet! er is alle kans, dat dit waarachtig verhaal ook hun onder de oogen kome. Justus en Marieken immers leven nog. En zij zijn werkelijk een paar geworden. Maar niet zoo overhaast als het gewoonlijk in vertellingen toegaat. Niet alvorens de heer Pieter van Meppen, als de uitzondering die den regel staaft, in betrekkelijk vroegen ouderdom het tijdelijke gezegend had.

Madame vertelde van menschen die zij ontmoet had, van koopjes en buurtnieuws, Marieken verslond de feuilleton en zalig genoot Snepvangers. Later las hij de gazet, terwijl zijn vrouw kousen stopte en Marieken weer piano speelde. Op Vrijdag en Zaterdag gingen de vrouwen niet op boodschappen uit, er werd gekuischt en geboend en Snepvangers ging, na het avondmaal, kaarten in "De Klok."

En den kost zouden we verdienen met visschen, niet waar?" Justus moest lachen. »Met visschen? De paling is schaarsch in den Bergschen plas; en dat de baars en de voren er elkaar niet in den weg zwemmen, daarvoor zorgen je vader en de dominee en de liefhebbers uit de stad wel! Dat visschen zou ons een mager kostje opbrengen, Marieken!"

Bij fakkellicht werd het nieuwe eerelid door zijn fanfare een serenade gebracht, en afgevaardigden van de verschillende vereenigingen, hiertoe door den verdierenpikker aangezet, brachten complimenten en bloemen. Madame was ontroerd door het onverwachte. Marieken gloeide van trots en Snepvangers stond met milde eenvoudigheid te genieten van dit voorsmaakje der toekomstige glorie.

Zekeren avond in de lente had het echtpaar een belangrijk gesprek in de slaapkamer. Marieken heeft weer leelijk haar kuren! Ja, mama, bevestigde Snepvangers bekommerd. Snepvangers, zei Madame besloten, ik heb er lang over nagedacht ... Marieken moet trouwen. Ja, mama, gaf hij onderdanig toe, maar met wie? Dat weet ik juist niet, zuchtte zij: wij moeten uitzien naar 'n treffelijken burgersjongen!

Eerst een ritselen: daarna een gekraak en rumoer in het gebladerte, alsof een hongerige beer of een verbolgen everzwijn zich onstuimig eenen weg er doorheen brak. Justus dacht aan Hannes den koddebeier; Marieken aan Twikko en Fikko.

»En als ze nu wéér vol is wie weet hoe ver ik dan al weg ben van hier!" Marieken zeide niets. »Ken je 't nog?" hernam hij, na weder eene pauze: »dat schoone lied van Staring": Toon ons uw luister, o zilveren Maan, Rijs uit het meer. Lach den zwervenden schepeling aan, Straal op 's wandelaars donkere baan In uw lieflijkheid neer.

Hij is voor mij een bekrompen schoolvos. Zeg zelf hoe zal dit langer samen passen?" Daar biggelden twee groote tranen Marieken langs de wangen. Het was zoo waar, wat zij hooren moest; en juist dáárom was 't zoo hard het te moeten hooren. Justus' drift had zij gemakkelijk vermeesterd; tegen zijne rede wist zij niets in te brengen.