United States or South Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Telken male als een nieuwe trein met donderend geraas onder het ijzeren dak komt aanrollen en eensklaps stilstaat in zijn suizende vaart, hoort ge het geluid van raampjes die haastig worden neergelaten, van portieren die worden opengerukt, gevoegd bij het kraken van het kiezelzand onder de voeten der uitstappende reizigers, het geroep der conducteurs, het gewoel en gedrang der passagiers die haastig eene plaats zoeken te veroveren in de half geleegde wagens.

Ik moet dan gisteren al wel zwaar ziek zijn geworden en heb mij dit alles maar ingebeeld en ik kan van niets anders ziek zijn geworden, dan van het eeuwige denken aan Anselmus en de wonderlijke oude vrouw, die zich voor Lize uitgaf en mij daarmede slechts wilde beetnemen.” Fransje, die weggegaan was, kwam weer binnen met Veronica’s doornatten mantel in de hand. „Zie eens zuster,” zeide zij, „wat er met uw mantel gebeurd is; de storm heeft vannacht het venster opengerukt en den stoel, waarop de mantel lag, omgeworpen; daar heeft het toen zeker ingeregend, want de mantel is heelemaal nat.” Dit drukte Veronica zeer terneer, want zij zag nu wel in, dat haar geen droom gekweld had, doch dat zij werkelijk bij de oude geweest was.

Telken male als een nieuwe trein met donderend geraas onder het ijzeren dak komt aanrollen en eensklaps stilstaat in zijn suizende vaart, hoort ge het geluid van raampjes die haastig worden neergelaten, van portieren die worden opengerukt, gevoegd bij het kraken van het kiezelzand onder de voeten der uitstappende reizigers, het geroep der conducteurs, het gewoel en gedrang der passagiers die haastig eene plaats zoeken te veroveren in de half geleegde wagens.

Op een dag, juist toen de knechts in de keuken waren om te eten, had hij aan de keukendeur gekrabd en alle dienstmeisjes hadden gegild van schrik. Maar de grootste en sterkste van de knechts had een vlammend stuk hout uit 't vuur genomen, de keukendeur opengerukt en 't brandend hout in den bek van den hond geslingerd. Die was met een vervaarlijk gehuil gevlucht.

Giannita was op het punt hem haar geheele geschiedenis te vertellen om hem te bewegen haar binnen te laten, toen een deur opengerukt werd. Haar godszuster stond op den drempel. "Wie spreekt hier over gistermiddag vier uur?" vroeg zij. "Een vreemde vrouw wenscht u te spreken, signorina Micaela." Nu snelde Giannita op haar toe. "Zij was volstrekt geen vreemde.

Een van de priesters slaat met een stok op de hand van een ruwen kerel, die het raam neerdrukt. En in 't volgend oogenblik worden de portieren opengerukt, de geestelijken uit de wagens gesleurd en op den grond geworpen. 't Grauw werpt zich op hen. Hunne kreten zijn aan die van verscheurende dieren gelijk. Maar men hoort ook jammerkreten.

Maar deze waren ternauwernood los, of het luik sprong met vreeselijk geweld open, zeker door de voelarmen van een der inktvisschen opengerukt. Aanstonds kwam een van die voelarmen als een slang door de opening, en twintig anderen kronkelden daarboven. Met een bijlslag hieuw de kapitein den vreeselijken voelarm af, die kronkelend langs de trappen naar beneden gleed.

Hij had, zeide hij, het geheele gezelschap maar op eene bruiloft zonder muziek, zoo maar, dood eenvoudig, zonder komplimenten, uitgenoodigd; zijn Fieken had het zoo gewild, en de heeren en dames moesten 't niet kwalijk nemen, maar, al hadden zij ook geen muziek... hier was 't gedaan met zijne aanspraak, want buiten barstte het eensklaps los: "Gisteren was neef Michel hier; neef Michel, die was gisteren hier," en toen de deur opengerukt werd, stond daar mijn oom Herse met zijne gansche kapel; hij had den dikken stok van den molenaar in de hand en sloeg de maat op een meelzak, zoodat de fluiters en trompetters hunne tonen als door eene mooie, witte zomerwolk heenbliezen.

Dat was miauwen en dat kwam van dichtbij, van achter de deur. Opgesprongen, de deur opengerukt. Br... wat een ijskou, de wanden zijn wit, de straatdeur staat aan. Opengelaten. Maar daar zat ze op 't vloermatje. O, klein, wat klein. Brr... wat een ijskou. Ze staat niet op. Ze knipoogt tegen het helle licht uit den zolder. Wrevelig en een beetje haastig stap ik over haar heen en geef haar een stootje met de punt van mijn schoenvoet. A l

En toch liep deze overdenking er niet op uit, dat hij met volle bewustheid de huichelarij koos; maar de kleine achterdeur in de lambriseering werd opengerukt en de kapelaan stormde naar binnen. Hij liep recht op den professor aan, doodsbleek met het koude zweet parelend op zijn gezicht: "Mijn geld, mijn geld!" riep hij heesch.