United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij aten en dronken, Meleken, Vaprijsken en de kinderen mee aan tafel; en toen de maaltijd geëindigd was, trok zij weer haar gewone dagelijksche kleeren aan en waschte met het dienstmeisje de vaten om, terwijl Smul en de getuigen met koffie en borrels aan de kaarttafel zaten.

"Hij zal deud zijn, bezinne!" snikte de jongen. Het kon haar niet ontroeren. Zij werd eensklaps bijna kalm; alleen de vrees voor andere ongelukken beangstgde haar. "Verzorgt die oarme bieste," zei zij met bevende stem. En met Meleken, die ook toegesneld was, liep zij naar 't hek, de akeligheid die zij daar voelde naderen te gemoet. Van alle kanten kwamen menschen in de duisternis aangeloopen.

De kinderen sliepen. Meleken en Vaprijsken waren ook reeds naar bed. Smul zelf was reeds lang naar zijn paardenstal terug en Rozeke zat nog alleen in de keuken te suffen en te peinzen. Al haar vroeger leed kwam kwellend weer in haar op; het welde langzaam op, als uit een diepe, diepe bron, het eene na het andere, o, reeds zooveel! Voor 't eerst sinds al die laatste dagen leefde de herinnering aan Alfons intens weer in haar ziel; en 't was alsof de bron van al haar droefheid zich van lieverlede tot een zee van smart uitbreidde, waarin zij dreef en worstelde, gelijk een hopelooze drenkelinge zonder reddingsboei. Alles, o,

Hij sloeg opnieuw, weer op een zondag, voor een beuzelarij, toen hij dronken uit het dorp terugkwam. Hij sloeg, de kinderen huilden, Kamiel en Meleken vlogen haar te hulp; en zij, in hoog-zwangeren toestand op den grond gesmakt, keek hem met groote, sombere oogen aan en zei geen woord noch slaakte een kreet.

Zij was er een geheele poos mee bezig; en toen ze reeds rustig onder hun dekentjes lagen, bleef ze nog bij hen in 't kamertje vertoeven alsof ze niets anders te doen had, tot plotseling Meleken de deur opende en met heesche stem fluisterde: "Bezinne, ze zijn d'r doar mee."

De pikkers en bindsters op den akker spraken elkander met verbazing aan; Meleken, die om acht uur met de boterhammen en de koffie op den akker kwam, werd dringend ondervraagd en bevestigde het ongelooflijke nieuws zonder er eigenlijk de oorzaak van te kennen; en Vaprijsken juichte onverholen, met glinsterende oogen lachend in zijn gelen baard, als voor een heel goede, blijde tijding.

Slechts af en toe nog kreunde en zuchtte zij en greep soms wild met beide handen naar haar keel, alsof zij er nog steeds zijn wreed worgende knelling voelde. Kamiel en Meleken wachtten vol angst op Smuls terugkomst. Doch hij kwam niet. De gansche dag verliep en ook de avond en de nacht en nog steeds was hij niet terug.

"Loat ons alliene," zei Rozeke tot het meisje. Meleken ging weg. Smul stond vóór zijn jonge meesteres, den blik valsch en wantrouwend, de pet tusschen zijn grove duimen, wel voelend dat er onraad was. "Wat beteekent dat, Smul! Waarom mishandelt gij uw vrouw?" vroeg de barones, abrupt hoogmoedig en minachtend, met gefronste wenkbrauwen op hem neerziende.

Wa peinste gij? woar zoedt hij noartoe goan? wa goat hij doen?" fluisterde zij tot het dienstmeisje. Meleken trok de schouders op. Hoe kon ze 't gissen? Rozeke voelde haar angst wat verminderen; opnieuw kwam moed en weerstandskracht in haar. Zij keek even om naar Hilairken en Marietje, die zich doodstil, met groote, bange oogen in hun hoekje hielden, vaag-bewust dat gevaar hen dreigde.

Meleken ging in den kelder, kwam met een vol glas bier, met het roggebrood en de schotel hoofdkaas weer boven. Zij sneed een dikke homp van 't brood, legde een zware plak hoofdkaas er boven. Roerloos en zwijgend zag Rozeke er haar mee weggaan naar de stallen, als met het eten voor een beest. "Oeder, 'k moe euk 'n stik heufvlak hèn," kwam Hilairken zaniken.