United States or Papua New Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Is wijd en breed al, ommentom, 'k gevoel 't nu, aan de baren des wilden Winds, die henentuimt en, tierende onder 't hout, zijn' stemme schijnt te missen en zijn' tale, die zoo boud, zoo bulderende, aan 't roepen zat, hier voortijds in de blâren. 't En wonen meer geen' vogels in de boomen!

Indien zij, die zoo boud gesproken en, bij eere, trouwe en mannenwaarheid, zich verbonden hebben den honderdsten penning hunner goederen op te brengen, om zoo heilige schulden af te doen, nog te veel gehecht zijn aan den Mammon, om hun woord na te komen, zullen zij dan hun leven veil hebben voor de zaak des Heeren?

Te meer als zy, gelyk myn Nimf beschoud, In diamant, en eeuwig duurzaam goud Haar lof graveert, en op de gronden boud Van groote lichten. Ja uw penzeel, die zelf d’aloudheid tart, En Aristiid doorluchtig steekt naar ’t hart, Van schaduwen beneepen noch benart, Weet van geen zwichten.

Maar onder 't snikken door, zonder naar hem op te kijken, zei ze weer: "Ik boud niet van Louis.... Ik kán niet met hem trouwen.... 'k Heb hem bedrogen toen ik zei, dat 'k van hem hield.... Ik wist het niet.... Maar 'k heb hem toch bedrogen.... Daarom was 'k ook zoo bang voor hem, en dorst het niet te zeggen.... op 't uiterste oogenblik ... dat ik niet wou, niet kón.... Maar 't kán toch niet.... Ik kan toch niet met iemand trouwen als ik weet ... als 'k wéét ... dat 'k niet van 'm houd.... Ik wist het vroeger niet!... Ik was wel altijd bang, dat 't niet genoeg zou zijn.... Maar 'k dacht ... ik ... 'k geloofde.... Ik heb 't me vroeger nooit zoo ingedacht.... Och-god!... van nacht heb 'k zoo'n verschrikkelijken angst gehad!..."

"Ik, ik zou het u niet kunnen zeggen," grinnikte de knaap. "Wel, ik heb nog nooit zoo iets gezien. Hoe komt zij zoo?" "Ik weet het wezenlijk niet, tante Polly. Katten doen altijd zoo, als zij schik hebben." "Doen ze dat?" Er was iets in den toon, dat Tom vrees aanjoeg. "Ja, tante," zeide hij, iets minder boud; "dat geloof ik ten minste." "Geloof je dat?" "Ja."

Het is boud gesproken, misschien doch ik zou wel eene weddenschap durven aangaan, dat er, buiten mijzelven, nooit een bewoner van het polderland dit dorpje betrad.

»Ik vraag niet!...." »Niet?" »Neen, ik eisch!.... ik wil!...." »Wat durft ge zeggen!" »Ja, ik eisch!.... ik wil dat loterijbriefje!" »En welk recht hebt gij," riep Joël Hansen vertoornd uit, »gij, die voor ons een vreemdeling zijt, zoo boud te spreken in het huis mijner moeder?"

Ik geloof niet dat het te boud gesproken is, wanneer ik zeg, dat deze dag, waarop de Prins zich zoo één heeft getoond met de besten van ons volk, met de zeehelden ~onzer~ eeuw, hem meer populair heeft gemaakt dan alle andere dagen, welke hij in ons land doorbracht. De eerste mededeelingen der geredden.

Denkt ge dan, dat die heeren niet weten, wat zij doen?" »Die zijn slimmer dan wij!" »Zoudt gij zestigduizend mark voor dat loterijbriefje geven?" »Ik niet!" »Ziet ge wel! Dus de heeren Rotschild zijn niet zoo slim als gij!" »Oho! niet zoo boud! Als ik geen zestigduizend mark geef, dan beduidt dat eenvoudig dat ik ze niet heb."

Hoeveel moeite de professor zich ook gaf, om overtuigend te spreken, Hulda en Joël gevoelden toch, dat hij, in weerwil van alles, niet meer zoo boud sprak als hij deed, voordat hij den brief uit Bergen ontvangen had. Helaas, het moest erkend worden, dat die brief, hoe voorzichtig ook gesteld, weinig hoop overliet.