United States or French Southern Territories ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo kregen allen eene beurt, en eindelijk kwam de laatste. 't Was dikke IJsbrand. Hij wist zijn lot reeds vooruit, want al acht hadden er een Hollandschen penning getrokken. Toch trad hij nader en greep het overgebleven balletje. Het bevatte een Leuvenschen penning. "Dat de beul en zijne knechten komen!" beval Aloud den bode. "Het vonnis zal onmiddellijk worden voltrokken!"

O, zeker! het zou eene heerlijke uitkomst zijn, zoo haar zoon eens als een beroemd schilder tot haar weerkeerde, en als men het haar gevergd had, zou zij er haar laatsten penning aan ten offer hebben gebracht, om dat doel te bereiken; maar, sinds haar huwelijk had men haar al zoo dikwijls met schoone voorstellingen van de toekomst en schitterende vooruitzichten gevleid, waarvan zij niets dan teleurstelling en kommer had geoogst, zouden die zich nu ten laatste in haar zoon verwezenlijken?

Eline glimlachte en zij ontnam zich voorzichtig uit heur kapsel het snoer van munten en rukte er een af, die ze hem aanbood. Dank u! sprak hij en hij hechtte den penning aan zijn horlogeketting. Het werd Eline wonderlijk te moede. Zij gevoelde zich zeer tevreden, zeer gelukkig en toch eenigszins schuchter.

Slaat op den trommel. Zege en roem! Leve de Geus! Slaat op de trom. Het zwaard is getogen, harten hoog, Vuisten vast; het zwaard is getogen. Weg met den Tienden Penning, den nood, den dood! Ter galge de beul, ter galge de roover! Meineedig vorst wil het volk in oproer. Het zwaard is getogen voor ons rechten, Voor huis en have, voor vrouw en kinderen. Het zwaard is getogen. Slaat op de trom.

Hij heeft dus Paciotto opzettelijk daarheen gezonden. Ik geloof u!" "Dan," zegt Guy, "krijgt gij een derde gedeelte van Alva's geld, als gij het mij helpt buitmaken." "Van harte gaarne!" antwoordt Oliver vol vuur. "Mijn deel zal voor mijn vaderland bestemd zijn, niet voor mijzelven. Ik zal Alva beoorlogen met zijn eigen tienden penning. Maar gij hebt zeker honger."

Zoolang gij weg zijt geweest, heb ik daar telkens moeite voor gedaan, maar ik heb geen enkel verkocht. De tiende penning van den Hertog ruïneert iedereen. Niemand heeft geld te missen, tenminste niet voor schilderijen." "Het is goed," zucht Antony, "hier is een gulden. Ja, haal daarvoor duiven!" Hij lacht droevig. "Wij willen toch duivenpastei hebben." De beide jongens loopen weg.

Er is veel uitlokkends in, maar de penning heeft toch ook zijne keerzijde. Een jaar twee, drie, waren Becker en Haeften geassociëerd geweest, de eerste bragt de kennis, de laatste bragt het geld aan, en, zoo er compagnons zijn, die broederlijke vrienden mogen heeten, deze waren het.

Indien zij, die zoo boud gesproken en, bij eere, trouwe en mannenwaarheid, zich verbonden hebben den honderdsten penning hunner goederen op te brengen, om zoo heilige schulden af te doen, nog te veel gehecht zijn aan den Mammon, om hun woord na te komen, zullen zij dan hun leven veil hebben voor de zaak des Heeren?

Meer als in al deze enkele penningen leit er opgesloten in den geslachtsnaam Tweepenninck, die ook in patronymikalen form, als Tweepenninckx voorkomt. Voor wy tot de namen van andere munten overgaan, dient hier nog vermeld, dat men in den geslachtsnaam Penning en Penninck niet onvoorweerdelik den muntnaam zien moet.

Behalve deze dertien, die een te huis vinden in het gebouw, verschaft de stichting nog aan velen onderstand in den vorm van brood, turf, enz. De bedeelden dragen een penning, waarop een duif is afgebeeld, het zinnebeeld van den Heiligen Geest, »van den geest des vredes en der liefde, het schoonste beeld van een weldoend, zachtaardig Christendom«.