United States or Turkey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meer als in al deze enkele penningen leit er opgesloten in den geslachtsnaam Tweepenninck, die ook in patronymikalen form, als Tweepenninckx voorkomt. Voor wy tot de namen van andere munten overgaan, dient hier nog vermeld, dat men in den geslachtsnaam Penning en Penninck niet onvoorweerdelik den muntnaam zien moet.

Ze zien in de schemering den gelen badstoel, de broekspijpen, de opgetrokken knieën en den jongen op z'n bloote voeten, die naar den badstoel buigt, schreeuwt en schudt. "Hen-de-rik! Hen-de-rik!!" "Oo-mè!" Toen kwam de jongen door het water plassen. "Meneer lijkt wel dood," zegt-ie: "hij leit heelemaal weggezakt en zoo koud." "Wat 's dat!" zegt tante onrustig.

"Heere m'n tied, wat is 't van nacht ien ens weinter geworden. Kom vrouw, d'ruut!" vervolgde hij, nog eens naar het warme plaatsje ziende dat hij zooeven verlaten had: "kom Net, d'ruut, de snee leit wel anderhalf voet dik; ge mot gauw de boel veur de deur wat wegkeeren."

Och! ze antwoordt niet; ze schijnt toch ook wel te hebbe begrepe, dat ie....” „Blijf jelui nou toch met je handen van ’m af! Hij mot blijve legge zoo as ie leit, anders heb je ’r gedoe mee. Is er nou al iemand om de polisie?” vraagt nogmaals vrouw Daters. „Jawel! Pieterse haalt ’n agent,” antwoordt de werkster.

Daar ebje die alkemeen sontvloet! daar ebje moeder met kindj' en kindj' met moeder! Kijk die kwaai jonk, die leit niet sijn bloote b.... in 't water. Herr-Rtt! weer op een andere kane bier! , , , Juffrouw!"

De rijke lui weten altijd meer dan een ander. Toe gauw, eer het te laat is, want Hans leit op z'n asem." En zich daarna omwendende, liep hij ijlings terug, maar riep nog in 't heengaan: "Gauw dan, hij leit vlak bij 't hek." Eenige minuten later trotseerden mevrouw en Jeannette, Papa was nog niet uit Den Haag teruggekeerd de vreeselijke warmte, om aan hare nieuwsgierigheid te voldoen.

Liturgia, letourgia, leit., eene uitgave ten bate van het algemeen door een enkel persoon gedragen.

Nauwelijks heeft Janssen de huiskamer betreden, of mevrouw, vreezende dat de komst van dominee haar zal bericht worden, en Janssen daardoor de reden der vlucht uit de voorkamer vermoeden zal verwijdert zich spoedig. "Wat kiekt ze schichtig," denkt de Betuwnaar, en terwijl hij de kamer in 't ronde ziet, valt zijn oog op een pampierke, dat op den grond leit.

Nou ja, zóó fijn zullen ze toch ook niet kijken, 't is immers mooi genoeg voor 't geld. Stil Tommie! Jij leit veel te lang aan zoo'n ding te hannessen ... blijf d'r nou dan toch af met je vingers, wat je er aan de ééne kant opplakt, krab je d'r aan de andere kant weer af ... dat is monnikenwerk.... Daar wordt gescheld, moeder!

Ik min u, smeulend vuur, ik min uw stille dichtheid, waarin het sluim'rend licht leit te wachten op zijn uur! Ik min u in de morgen, die in het Oosten staat met aarzelend gelaat en houdt haar gloed verborgen. Ik min u in den avond, die sterft in lang verbloeden, met diepe en diep're gloeden zijn duistren moorder lavend.