United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Dat is zoo maar eene gedachte van mij, mijn jongen! Ik geloof niet, dat wij uit zullen gaan, waar wij ingekomen zijn." Ik zag den professor met een zeker wantrouwen aan; ik vraagde mijzelven of hij soms gek was geworden. En toch "hij kan het zoo niet zeggen." "Laten wij gaan ontbijten!" hernam hij. "Ik volgde hem op eene hoogte, nadat hij zijne bevelen aan den jager had gegeven.

Terwijl wij ons tooneel in bezit namen, ging de tamboer nogmaals voor het laatst trommelend de straten door en wij hoorden zijn roffel nu eens van verre dan van dichterbij, naarmate de straten verder of minder ver van ons verwijderd lagen. Nadat ik Capi en mijzelven had aangekleed, vatte ik post achter een pilaar, om te zien wie er kwam.

Tot ziens, tot spoedigen ziens, tot spoedige beterschap, o mijn Liefde! Zoo riep Charis en de maagden voerden haar weg en de wondermeesters schudden steeds van het lachen terwijl hunne ronde mutsen als schelpen en hoornen tegen elkander bonsden en bogen. En ik, die mij belachelijk wist in hun oogen, ook al had Charis mijn gebalk aan gehoord voor haar naam, beloofde mijzelven nooit meer te balken.

"Vrijzinniger kan het niet, mijnheer Kortenaer," zeide de dokter, "en ik zou geheel en al ontrouw worden aan mijzelven, indien ik u met die verandering van zienswijze niet van harte geluk wenschte. Doch uwe bruid zou inderdaad reden hebben mij te haten, indien ik eene dankbetuiging aannam, waarop buiten haar niemand regt heeft. Hoe vaart jufvrouw Emma?

»Neen, tóch niet!" hernam hij: »het is eene wezenlijk belangrijke verzameling; en ik zal het mijzelven nooit vergeven dat ik je niet terstond bij je aankomst er heb heengesleept: ik, die nog wel zooveel als ouderling en diaken er over ben, in goed vertrouwen aangesteld om de belangen er van te behartige en den bloei er van te bevorderen! O schande over mijn hoofd!

»Lief kind!" zeide Justus, terwijl hij hare hand vatte.... »Hoor eens ik was buiten mijzelven daareven. Ik had ongelijk. Maar toch, in alle kalmte nu 't is beter, geloof ik, dat ik heenga, Marieken. Je vader en ik kunnen tóch op den duur met elkaar niet overweg. Wij zijn contrasten, water en vuur, tot zelfs in onze opvatting van de schooltaak.

Ook van haar zal God rekenschap vergen; ook van het gevoel dat wij verloochend hebben, van de tranen die wij onderdrukten uit lafhartigheid. Wat ons betreft, wij waren alleen; ik ken er die ons kinderachtig zouden hebben genoemd en toch, toch beviel ik mijzelven niet.

Dan wil ik u gaarne antwoorden. Vóór alle dingen zou ik mijn plicht doen. Ik zou mijzelven geen rust gunnen, voordat ik mijne moeder en Tirza weder thuis gebracht had. Iederen dag, ja ieder uur zou ik aan haar geluk wijden. Ik zou haar dienen, trouwer dan de trouwste slaaf. Zij hebben veel verloren; maar bij den God mijner vaderen, ik zou haar méér terugbezorgen!

En nu dat het werkelijk gebeurd is, en met mijzelven, nu schijnt het mij zoo vreemd, te vreemd voor tranen. Hier is mijn eerste brief van liefde, dien ik in mijn leven schreef aan een doode. Zouden ze nog voelen die witte, stille menschen, die wij de dooden noemen? Sybil! Zoû zij nog voelen, nog weten, nog hooren! O Harry! Ik had haar zoo lief! Het is mij nu of dat jaren geleden is.

Ik stelde mijzelven dezelfde vraag, die gij mij zooeven deedt, en tot antwoord maakte ik mij op en kwam hierheen, om in de nabijheid te zijn van het land, dat God aan uwe vaderen gegeven heeft. Want waar anders zal hij verschijnen dan in Judea? In welke stad zal hij zijn werk beginnen, zoo niet in Jeruzalem?