United States or Dominican Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mag ik er staat op maken, mijnheer Kortenaer, dat gij mijne uitnoodiging niet versmaden zult?" "Zoo zeer, dokter," antwoordde André, "dat gij mij misschien reeds morgen aan den dag te uwent zult zien verschijnen."

Tal van vlaggen en ander oorlogstuig voltooien weer het geheel, dat door den beeldhouwer Verhulst vervaardigd, in het laatst van 1669 werd opgericht. Wel niet aan een of ander zeegevecht, maar toch aan een belangrijke gebeurtenis uit onze geschiedenis herinnert het Julianaraam, dicht bij de graftombe van Kortenaer. Dit is ter blijvende gedachtenis aan de geboorte van prinses Juliana opgericht.

Op hetzelfde oogenblik dat Stephenson zich aldus in de verborgenheden der christelijke geloofsleer verdiepte, zat André Kortenaer, insgelijks op eene boven-achterkamer met het uitzigt op den tuin, den volgenden brief aan zijn meisje te schrijven: Soekabrenti, bij M,... Augustus 186 "Lieve Emma, "Ik wenschte niet dat gij raden kondt waar ik mij op dit oogenblik bevind of hoe ik hier gekomen ben.

Hij heette Kortenaer en was een afstammeling van den admiraal van dien naam; denzelfden wiens leeuwenkop vereeuwigd is door Bartholomeus van der Helst. Den Duinendalers was die bijzonderheid onbekend; zij wisten alleen van hooren zeggen dat hij een ingenieur van reputatie was.

Laat ons zijne herinnering bewaren en hem in eere houden als een voorbode van veel goeds, veel blijdschap en groote stof tot dankbaarheid." "En is het waarlijk waar, mijnheer," vroeg Emma, zich insgelijks tot den ouden heer Kortenaer wendend, "dat André ons in den loop der volgende week voor een poos zal moeten verlaten?" "Heeft hij gezegd in den loop, lieve Emma?

Doch hun onderhoud werd gestoord door de komst van den heer des huizes, en het duurde geen vijf minuten, of het manipuleren van messen en vorken had aan alle debatten voorshands een einde gemaakt. "Luister eens, Kortenaer," zeide Dijk, toen de maaltijd afgeloopen was en Lidewyde zich was gaan kleeden, "uw oom heeft onwillekeurig eene dwaasheid gedaan door u dezer dagen aan mij te adresseren.

Ik benijd u den naam van Kortenaer; en, had het in mijne keus gestaan, ik zou, even als gij, hebben willen afstammen van iemand die in de Groote Kerk te Rotterdam in een praalgraf rust. Mijne petemoei, indien ik haar zoo noemen mag, heeft zich moeten vergenoegen met een opschrift boven een klein-steedsch hofje. Maar waarom verbaast het u, dat ik op de hoogte ben van uw roman?

"Mijn lieve mijnheer Kortenaer," antwoordde de dokter, die op zijne wijze van lieverlede ernstiger geworden was en nu bijna gemoedelijk werd, "ik herhaal dat ik voor uw aanstaanden schoonvader den meest mogelijken eerbied heb en hem gaarne voor een merkwaardig man houd; doch neem mij niet kwalijk, dat ik zijne denkbeelden droomerijen noem.

Had men den ouden heer Kortenaer, toen hij zich geheel alleen in zijne kamer bevond, met aandrang afgevraagd, of hij zich over André's toekomst in het geheel niet ongerust maakte, misschien zou hij, na zich met de hand over het hooge voorhoofd te hebben gestreken, geantwoord hebben: "Ongerust? zeer zeker niet; doch nu gij het vraagt, ja toch, wel een omzien."

Thans daarentegen was hij als die Edelen uit den Spaanschen tijd, wier fierheid en onafhankelijkheid zich openbaarden door het aanbieden van een smeekschrift. Ook hij had eene Hertogin van Parma tot meesteres gekozen van zijn lot; doch omdat die abdikatie de uiting was van een zuiver gevoel, maakte zij hem gelukkig, in stede van verdrietig. Was hij een Hollander? Heette hij André Kortenaer?