United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik drong by sommigen op 't noemen der oorzaken van dit wantrouwen aan, en de fil en aiguille kwam ik eindelyk te weten dat men in myn geldelyk beheer te Natal fouten en verzuimen had ontdekt, die me verdacht maakten van ontrouwe administratie. Dat er fouten in myn administratie waren, bevreemdde me volstrekt niet.

Die kerel heeft al heel wat menschen op schandelijke wijze bedrogen. Voor een paar guldens zou hij een moord plegen. Mistrouwen wantrouwen verdenken. Gelooven, dat iemand oneerlijk of slecht is. ~Mistrouwen~ wijst aan, dat men op iemand of iets niet moet vertrouwen, daar het mogelijk is, dat wij bedrogen zouden uitkomen. »O, ~mistrouw~ 't Sirenenzingen, Bouw niet op 't geluk, mijn kind!"

Hij was in den laatsten tijd de steeds verleidelijke, maar toch ook veelzins raadselachtige vrouw al meer en meer gaan wantrouwen; en zoo hij haar thans nogmaals wilde bezoeken, het was voor een deel om zoo mogelijk iets naders omtrent hare geheimen en die der zamenzwering gewaar te worden. Weinig vermoedde hij evenwel dat hij juist dezen avond meer zou vernemen dan hem lief kon zijn.

Wij moeten voorzichtig met je zijn. Wij gingen weer naar onze vorige plaats terug en ze namen mij in hun midden. Hun wantrouwen was wakker gemaakt. Mijn toestand was er niet beter op geworden, maar toch was ik niet bevreesd daar ik met de revolvers hen in elk geval toch nog de baas was. Er werd in het geheel niet meer gesproken.

En aan den anderen kant had de omstandigheid, dat hij reeds nu zoo'n diepe verachting voelde voor datgene, waar hij toch tot zijn vijf en twintigste jaar zoo meê gedweept had hem een wantrouwen gegeven in sterke hartstochten over 't algemeen; het had hem ook tegenover vrouwen voorzichtig en koud gemaakt wat hem zeer ten goede gekomen was.

Op het eerste gezicht lijkt het vreemd, dat juist geneesheeren en priesters zulk een voorname rol spelen in Spaansche tooververhalen. Maar de oorzaak hiervan wordt ons duidelijk, wanneer wij er even aan denken, met welk een wantrouwen de stand der geleerden beschouwd werd door de ongeletterde en bekrompen menigte.

Zou de ziel niet een enkele maal vrijwillig besloten kunnen blijven in het reeds voor de begrafenis gekleede lichaam, en van uit haar vleeschelijk omhulsel een oogenblik de droefheid en de tranen bespieden kunnen? Zij, die van ons scheiden, hebben zooveel redenen om hen, die blijven, te wantrouwen.

"Voorzeker," antwoordde Thomas Staal; "echter op de uitdrukkelijke voorwaarde, dat ieder onzer behouden zal, wat hij vindt. Dat is geen wantrouwen jegens u, mijnheer Méré. Maar ziet ge, ik bemerk wel, dat ik, sedert ik hier ben, steeds de lijdende partij ben wanneer er gedeeld wordt, want de schop en het pikhouweel kennen mij en ik verricht tweemaal meer werk dan anderen!"

Zijne woede had hij stil binnen gehouden, al zijne redens had hij verkropt, maar sedertdien was er een wantrouwen in hem ontstaan, een zwart ongeloof aan alle mogelijke genegenheid of vriendschap, eene verbolgenheid tegen al de menschen op de wereld, en toen besloot hij voor altijd zijne deuren gesloten te houden.

Passepartout besloot, hoe blijde hij ook met zijne ontdekking was, er niets van aan zijn meester te zeggen, vreezende dat deze zich gekrenkt zou gevoelen door het wantrouwen van zijn tegenpartij. Maar hij besloot toch Fix eens bij gelegenheid uit te lachen, zonder zelfs iets te laten ontglippen, dat hem compromitteeren kon.