United States or India ? Vote for the TOP Country of the Week !


Liever zou ik sterven desnoods van honger sterven dan aan een dergelijk gevaar te worden blootgesteld, waarvan het denkbeeld alleen mij reeds schrik aanjoeg. Maar zoo ik niet aan vrouw Barberin had durven schrijven, scheen het mij toch toe, dat ik vrij was om te gaan waar ik wilde, en ik kon tenminste beproeven haar te zien.

Doch er lag iets in den blik dien sir John op mij wierp, die mij schrik aanjoeg, iets dreigends, met angst en ontzetting gemengd, dat mij het zwijgen oplegde en mij tot een schielijken aftocht dwong. Wat er verder tusschen hen voorgevallen is, kon ik alleen opmaken uit hetgeen volgde, daar ik te trotsch was om als laaghartige luisteraarster mij achter de deur te verschuilen.

Tegelijkertijd uitte hij een eigenaardig sissend geluid, dat me weer schrik aanjoeg en me aan slangen en verborgen angels deed denken; dus ik deinsde achteruit en sloeg hem op een veiligen afstand gade.

Hy was beschaamd over zooveel kinderachtigheid, maar hy moest wel oprecht zyn omdat 'n eerste poging om Stoffel natedoen in deze uiting van mannelykheid, zoo byzonder ziekelyk was afgeloopen dat het voorstel tot herhaling hem schrik aanjoeg. Zóó? Rook je niet... Ze liet het, "nog" weg. ...rook je niet! Heel goed! Eigenlyk is 't 'n verkeerde gewoonte van de mannen. Dat eeuwige gerook!

"Die goede professor, hij had zich niet met meer zorg kunnen kleeden, als hij op een liefdesavontuur uitging," zei Jo bij zichzelf, waarop een plotseling invallende gedachte, uit die woorden voortgekomen, haar zoo'n vreeselijke kleur aanjoeg, dat zij haar kluwen moest laten vallen en bukken om het op te rapen, en zoo haar gezicht te kunnen verbergen.

»Ik heb gezegd," hernam hij, »dat de armoede mij geen schrik aanjoeg, maar ik voeg er bij: omdat ik besloten heb die niet te verdragen." »Wat!" zeide Wang, »gij wilt dus...." »Sterven!" »Sterven!" herhaalde de philosoof bedaard. »De man die een einde aan zijn leven wil maken, spreekt er met niemand over."

"Voor u? en hoe dat?" vroeg zij, zonder de oogen op te slaan, terwijl mijn onbeduidend gezegde haar een kleur als bloed aanjoeg. "Omdat," zeide ik, "ik geen rij- noch voertuig houd, en dus minder dan anderen in de gelegenheid ben om ongelukken daarmede te krijgen."

Ik had genoeg ondervinding om te begrijpen, dat dit mijn toestand wezen kon wat mij, ik moet het bekennen, wel eenigen angst aanjoeg. Hoewel nog zeer jong, was ik reeds vaak door het ongeluk getroffen en ik was er dus op bedacht voorzichtiger te zijn dan andere kinderen van mijn leeftijd; maar dat voordeel had ik echter duur moeten koopen.

Integendeel, zij had een vastheid over zich, die hem vrees aanjoeg. Wat kon daar de reden van zijn? Hoe kwam het dat zij hem, en alles wat hij haar had aan te bieden, zoo beslist afwees? Zij was toch een meisje van geen hoogen stand. Zij kon haar oogen niet tot een betere partij opslaan. Er moest een reden voor zijn. Misschien een medeminnaar. De een of andere vijand was er de oorzaak van.

De laatste maal dat hij het net optrok, had hij een zonderlinge visch naar omhoog gehaald, een soort zeeduivel, die hem angst aanjoeg met den monsterachtigen kop, en hij had er genoeg van gekregen. "Laat ons heengaan! laat ons heengaan! herhaalde hij. "Het is altijd dom zich bloot te stellen". "Maar men zegt u immers dat men beter visschen kan, als de zee komt opzetten!" antwoordde zijne vrouw.