Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
De Lijsters behooren wat hun gezang betreft, tot de meest begaafde van alle Zangvogels. De eerepalm komt aan de Zanglijster toe; bijna op gelijke hoogte staat de Merel; op haar volgen de Groote Lijster en de Kramsvogel. De Noren noemen de Zanglijster den "Nachtegaal van het Noorden". Haar gezang is rijk van inhoud, welluidend en ver hoorbaar.
De Merel, die bij ons overwintert, begint reeds in Februari, als de sneeuw en het ijs in het woud nog heerschen, hare liederen voor te dragen; 't is alsof de Zanglijster, die dan in den vreemde verblijf houdt, op dit tijdstip aan haar vaderland denkt en het een groet toezendt door haar gezang. De mannetjes wedijveren met elkander, evenals dit bij de meeste goede zangers geschiedt.
Naumann's broeder vond een Vlaamschen Gaai bezig met het dooden van een oude Zanglijster, de moeder van een talrijke kinderschaar, die haar leven, naar het scheen, gewaagd had bij het beschermen van haar kroost; dezelfde waarnemer zag later den Vlaamschen Gaai ijverig en behendig jacht maken op jonge Patrijzen.
De lokstem van de Zanglijster is een heesch gefluit, dat niet ver hoorbaar is en op de klank "tsiep" gelijkt, waaraan dikwijls de syllabe "tak" of "tök" wordt toegevoegd.
Toen hij de Ongelukkige rivier bereikte, kwam de reus hem weer tegemoet en weer hield hij hem een blad voor, waarop dezen keer een patrijs, een mees en een zanglijster zaten en hij sprak: "Nu, oude man, vertel, wie uw zoon is!" De bezorgde vader keek elken vogel op de rij af oplettend aan, maar hij voelde zich nog onzekerder dan den vorigen keer en daarop ging hij bitter schreiend weer heen.
Bovendien zijn bij deze de dekvederen aan de onderzijde van den vleugel wit, bij gene daarentegen bleek roestgeel; de dekvederen van de bovenzijde van den vleugel onderscheiden zich voorts bij de Zanglijster door vuil roestgele vlekken aan de spits. Het wijfje en het mannetje verschillen van elkander alleen door de grootte.
Hij heeft de grootte van een Zanglijster, is op de bovendeelen olijfkleurig, op de onderdeelen grijs met witte, overlangsche vlekken, heeft een witte keel, een gelen bovenkop en zwarte knevelvlekken. Daar hij zeer fraai zingt en buitengewoon mak wordt, is hij bij de vrouwen der Javaansche grooten als kooivogel zeer bemind.
De Zanglijster bewoont het grootste deel van Europa benevens Noord-, en Middel-Azië; op den trek komt zij veelvuldig in 't noordwesten, zeldzamer in 't noordoosten van Afrika voor. In Duitschland broedt zij in alle groote bosschen; ook in ons land broedt zij "vrij algemeen, maar niet in grooten getale. Tegen 't laatst van Maart begint reeds het broeden.
Zes soorten van Lijsters worden in ons land broedend gevonden; sommige van deze bouwen hier zelden een nest, andere broeden alleen in 't noordoostelijkste deel van ons land; slechts van twee de Zanglijster en de Merel werd dit meer algemeen waargenomen. Zij is 26 cM. lang, waarvan de staart 11 cM. in beslag neemt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek