Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 oktober 2025
De zaden worden in Februari of Maart gezaaid en voor het venster gezet; zoodra zij opgekomen zijn, worden zij gerepikeerd, of, zoo de zaailingen sterk genoeg zijn, direct in potjes gezet. Is het noodig, dan worden zij nog eens verpot, voordat men ze in het begin van Mei buiten zet.
De zaailingen, die al heel spoedig een knolletje vormen, worden op de vensterbank gezet, tegen felle zon geschermd en, zoodra zij het tweede of derde blad vormen, gerepikeerd. Gedurende den winter worden de jonge plantjes nogmaals gerepikeerd en in het voorjaar kunnen zij dan afzonderlijk in kleine potjes worden opgepot.
Vooral moet gelet worden op de zaailingen van Primula's, Cineraria's en Cyclamen, die herhaaldelijk verplant moeten worden. De in het voorjaar gezaaide Gesneriaceeën en Begonia's beginnen nu ook langzamerhand te bloeien. Heeft men oude knollen van Cyclamen, wier rusttijd nu over is, dan moet men die verplanten en op de vensterbank zetten.
Met den wijsvinger van de rechterhand maakt men nu een flink gaatje midden in de aarde van het gevulde potje; hierin houdt men het plantje zoodanig, dat de worteltjes de aarde raken, en de zaadlobben zoo dicht mogelijk op de oppervlakte van de aarde komen te liggen. Zaailingen, met zeer veel worteltjes, moeten direct verplant worden.
Met uitzondering van deze moeten de voor de bakjes bestemde Zomerbloemen vroegtijdig gezaaid worden; de zaailingen worden dan een- of tweemaal gerepikeerd en tegen het einde van Mei in de voor haar bestemde bakjes geplant.
Het kweeken van Palmen uit zaden is, wanneer men het in de kamer moet doen, wel zeer interessant, maar niet erg loonend. Afgezien nog daarvan, dat onder de betrekkelijk ongunstige omstandigheden de kieming zeer lang duurt of wel geheel mislukt, moeten de jonge zaailingen noodzakelijk in het kamerkasje worden gezet, waarin zij zich nog zeer langzaam ontwikkelen.
Zeer lastig is het uitplanten der zaailingen, die uit zeer fijne zaden ontspruiten, daar deze dikwijls, met het ongewapend oog, nauwelijks te zien zijn. Voor deze kiemplantjes, die verscheidene malen gerepikeerd moeten worden, voordat zij sterk genoeg zijn om afzonderlijk in een potje te worden geplant, gebruikt men potten van ongeveer 10 cM. wijdte, of wel platte schalen of kistjes.
De reeds aan den groei gebrachte bol- en knolgewassen worden, zoo noodig, verplant en de bewortelde stekken opgepot, terwijl de zaailingen gerepikeerd worden. Deze maand is ook nog zeer geschikt om zaden te zaaien of stekken te steken. De planten, die warm en licht staan, niet verplant zijn, en sterk groeien, kan men reeds nu en dan een weinig gieren.
Bij een gemiddelde temperatuur van 60° Fahr. kiemt het zaad in hoogstens 14 dagen. De nu opkomende zaailingen zijn zeer fijn en vooral moet men dus, wanneer zij dicht op elkander staan, zeer voorzichtig zijn met gieten, daar zij zeer gemakkelijk wegrotten. Om dit te voorkomen, is het voorzichtig niet te lang met repikeeren te wachten.
Jonge kiemplantjes vormen eerst twee kiemblaadjes, waartusschen dan het kopje of bij blad-Cactussen het blaadje zich ontwikkelt. Daar er tusschen de plantjes gemakkelijk mos ontstaat, hetwelk het indringen van de lucht in de aarde belet en den groei der zaailingen stuit, is het noodig, deze laatsten zoo spoedig mogelijk te repikeeren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek