Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


In een kamerkasje van niet te kleine afmeting geplaatst, behooren de Gesneriaceeën tot de dankbaarste planten. Alle Gesneriaceeën laten zich betrekkelijk gemakkelijk uit zaden voortkweeken. Wij verschaffen ons daartoe, in een vertrouwbaren zaadhandel, de zaden, die in ons land evengoed verkrijgbaar zijn als in het buitenland.

Voor dit verplanten gebruikt men een goeden, voedzamen grond, o.a. 2 deelen hei-, één deel bladaarde en 1/2 deel, bestaande uit broeiaarde, kleigrond en zand. In een kamerkasje, waarin een vochtige lucht is, dat bij warm weer gelucht en bij zonneschijn geschermd wordt, zullen de Gesneriaceeën, wanneer men ze gelijkmatig vochtig houdt, zeer goed groeien.

De grootste waarde hebben de Gesneriaceeën echter om haar bloemen, die bijna altijd pijpvormig zijn met trompetvormige opening; zij munten vooral uit door haar schoone kleuren, die vaak door groote vlekken en strepen afgewisseld worden en zeer terecht elks bewondering wekken. Al de Gesneriaceeën, die in hoofdzaak gekweekt worden, zijn sierlijke gewassen.

Zijn zij eenmaal zóó ver, dan gaat de cultuur meestal sneller en voorspoediger en na nog eenige keeren verpot te zijn, beginnen zij meestal in het midden van den zomer te bloeien. Ook langs kunstmatigen weg laten de Gesneriaceeën zich gemakkelijk voortkweeken. Het eenvoudigst gaat dit, door bladeren af te snijden en die als stekken te behandelen.

Zorgt men er voor, dat zij niet door de zon worden beschenen, dan volgt de kieming meestal na 2 of 3 weken. Zooals alle uit kleine zaden gekiemde plantjes, zijn de zaailingen van Gesneriaceeën in den aanvang zóó klein, dat men ze nauwelijks met het ongewapende oog kan zien.

Als fraaie en dankbare Gesneriaceeën moeten ten laatste de Nægalia's nog aanbevolen worden. De tot dit geslacht behoorende planten hebben schubachtige wortelstokjes. De bloemen zijn eenigszins uitgerekt klokvormig; zij gelijken min of meer op die van een Gesneria, maar staan in rechtopstaande trossen boven de plant uit.

Men kan deze laatste, een zeer harde en niet veel warmte behoevende plant, het geheele jaar door aan den groei houden en zeer gemakkelijk door stekken of verdeeling der wortelstokjes voortkweeken. Zeer interessante en in de laatste jaren zeer in trek gekomen Gesneriaceeën zijn de Streptocarpussoorten.

Wil men de Nægelia's echter des zomers in bloei hebben, dan moeten zij, te gelijk met de andere Gesneriaceeën in de maanden Februari tot April aan den groei gebracht worden. Orchideeën. De tropische en subtropische Orchideeën behooren tot die fraaie planten, welke in betrekkelijk korten tijd, om zoo te zeggen, de geheele beschaafde wereld veroverd hebben.

Palmen, grootbladerige bladplanten en Varens kunnen tegen het eind van deze maand reeds verplant worden, doch men moet dan, totdat zij weder vaststaan, zeer voorzichtig met het begieten zijn. Verscheidene bol- en knolgewassen, zooals Liliums, Canna's en Gesneriaceeën, kunnen reeds opgepot en langzaam aan den groei gebracht worden. Met het voortkweeken kan men langzamerhand beginnen.

Worden zij direct aan de zon blootgesteld, dan verbranden zij zeer gemakkelijk; staan zij in te droge lucht, dan worden zij door ongedierte aangetast, dat zich van de sterk behaarde bladeren, die ook zeer slecht tabaksrook verdragen, moeilijk laat verwijderen. Beginnen de Gesneriaceeën in het najaar af te sterven, dan gaat men ze langzamerhand minder water geven.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek