Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Weet wel, dat ik het nimmer eens met hem was, zoo iederen dag te marren met noenmaal of vesper, tot Aventuur zich zoû voor doen. Maar niet is dit reden om te vergeten, dat vriendschap mij bindt aan hem en alles, dat zijns is: zijn rijk en zijne edele ridderen! Baroenen, gij en wiganten: òp, tot soccoers!
Nu ja, nu zij beter schouwden omrond, handen voor oogen, want de ventaliën nog opgeslagen, zagen zij wel over weide en heide, langs omwegen en wegen, tusschen moerassen, door bosschen en over vlakten, aanstormen alle de onderhoorigen van Endi, kleinere vazallen en serven: zij kwamen hun heer ontzetten maar de tien wiganten lachten er om tegen elkaâr, want ter nauwer nood zouden die dorpers en kaerelen, velen slechts gewapend met houweelen, spaden, schoppen en stokken, de krijgsknechten bezig kunnen houden van Clarioen!
Aan beide zijden trokken zwaarden wie wel konden strijden en het was een houwen en steken: menig stout man moest er sterven. Ridderlijke prouaeste vertoonden daar alle de tien wiganten: de koppen vlogen links en rechts met der zwaarden slag van Lancelot en van Gwinebant, van Bohort en van Sagremort... wat zal ik de anderen noemen, wat hielp het of ik het maakte lang!
Niemand sloeg er minder koppen af dan een ander, maar wellicht sloeg Gawein toch nog de meeste koppen af, die vlogen rondom hem als met een rond cirkelend rad van koppen, van uitbloedende koppen en de armen vielen en de beenen vielen, allen van de wiganten van den Koning Clarioen.
In hield Gawein den draf en reed de volgende brug nu over... Alle de bruggen, die neder vielen, de een na de ander, reed hij over: hij reed het burchtplein nu op... Op den drempel der opene burchtpoort was Koning Artur, krank en gesteund door zijne pagiën, verschenen. Rondom Gawein, te paard nog met zijn zwaren, dubbelen last, verdrongen zich de haastig afgestegen baroenen en de acht wiganten.
Ysabele!! riepen Gawein en Gwinebant uit. Helpt ons, valiante wiganten en groote baroenen! riepen de herders. Grijswit wollige zee, golfden de schapen aan langs den weg. Waar is de weg, die ten snelste voert naar Endi? riep Gawein. Want dolende ridders wisten zelden de kortste wegen. Hierheen! Gonder! schreeuwden en wezen de herders. Over de vlakte terug! En dan...
De ridders hielden stand in de schaduw der beuketakken, die bogen over den weg, en over de in zonneschijn wazende vlakte naderden de vluchtende schapen met de, achter hen rennende, herders. En hoorden de ridders roepen de herders: Groote baroenen en valiante wiganten! Helpt ons! Helpt ons allen van den lande Endi! Helpt ons allen van de maisniede van den Koning Assentijn!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek