Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


Nu komen in schaduw zeer rijzige gestalten, Heur handen als sneeuwvlokken blinken in 't maanlicht; Zij wenken, zij fluisteren, "O! met moed omgorden, U wachten de gasten mee schuimt in 't Valhalla." Wieland en de Valkyren. Men meende dat de Valkyren dikwijls naar de aarde vlogen in zwanenveeren, die zij afdeden als zij aan een eenzamen stroom kwamen, om een bad te nemen.

Allerlei gedichten van Goethe circuleerden in handschrift, en werden druk besproken, evenals sommige misschien wat grove satyres, o. a. het stuk over Wieland, Grieken en Goden, waarin hij dezen dichter voorhield dat de Helden en de Goden, die hij met groote vruchtbaarheid voortbracht, in hun hart eigenlijk verwijfde, laat-achttiend'eeuwsche jonge Duitschers waren, en diens droomen liet verontrusten door de verschijning van sapvollen Hercules, die vijfentwintig jongens in één nacht verwekte.... Goethes brieven, die zijn hemelstormende veelzijdigheid nog het best deden uitkomen, werden in gezelschappen wat in dien tijd niet vreemd was onder groote aandacht voorgelezen.

Inmiddels zijn wij de stad ingewandeld. In het voorbijgaan werpen wij een blik op het huis, waar Wieland, de dichter van Oberon, tien jaren lang, tot aan zijn dood in 1813 woonde.

Behalve Balmung en Joyeuse, de beroemde zwaarden van Sigmund en van Karel den Groote, zegt men dat hij Miming vervaardigd heeft voor zijn zoon Hermie, en vele andere merkwaardige wapenen. Het is gelijk aan Miming Aller zwaarden vorst, En Wieland wrocht het, Bitterfer zijn naam. Angelsaksische Poëzie.

Hector gebruikt het schild van Samson en heeft de helm van Arthur op, zijn zwaard is gesmeed door Wieland en gehard door »Heer Vulcanus". Moet iemand geprezen worden, dan is hij altijd sterk gelijk een Samson, schoon gelijk Absalon, wijs als Salomo, mild als Alexander, prachtig als koning Arthur, en een tovenaar als Virgilius of Merlijn.

Daarbij kwam dat de regering van het rijkje weldra voor een groot deel op hem berustte en dat men hem in zooveel kleinigheden consulteerde, dat hij wel eens geërgerd uitriep: dat hij "ten slotte ook nog voor de nachtspiegels zou moeten zorgen". Zijn dichtergave scheen in het drukke zakenleven te verwelken, terwijl binnen hem alles op losse schroeven stond en het zeer lang duurde, voordat hij, volkomen met zichzelf in vrede, onafhankelijk stond tegenover de buitenwereld.... Zooveel redenen en aanleidingen voor hem om in de eerste maanden van zijn verblijf te Weimar den duivel macht over hem te geven, gelijk Wieland het uitdrukt.

De jonge hertogin gedroeg zich dan ook koel tegen hem, en duldde niet dat hij aanzat aan de vorstelijke tafel, waar slechts edellieden toegang kregen. Als Carl-August niet in de gelegenheid was, zich met hem af te zonderen, dineerde hij in "De Roode Os" of wel bij Wieland.

Amphiareus wordt in zijn verbeelding tot een aartsbisschop in helm en maliënkolder, gelijk Turpijn in het »Chanson de Roland". Uitdrukkelik wordt hij met Turpijn vergeleken, gelijk Tydeus met Roland, des morgens, wanneer de torenwachter op zijn horen blaast en de nachtegalen in de pijnbomen slaan, komt Tydeus aangereden, kaarsrecht zit hij op zijn paard uit Gascogne, met de lans recht naar boven, met gulden sporen, met zijn zwaard dat Wieland gesmeed en meester Vulcanus geslepen heeft, precies als Roland voor zijn schare bij Roncevaux.

Aanvankelijk vol geestdrift voor zijn taak, waande hij dat hij slechts den monarch, het hart van den staat, had te veroveren om het kleine Weimar tot welstand te brengen niet alleen, doch ook om door zijn voorbeeld de andere Duitsche vorsten op den goeden weg te helpen. De hertog was door zijn moeder en Wieland wel idealistiesch maar niet verstandig opgevoed.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek