Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


Zoo liep hij door, z'n hoofd nog van die droomerij en vage wijsheid vol.... Hij waande zich in evenwicht, in kalmte philosophisch.... Toch kwam al telkens meer gedenk-aan-haar zijn stap versnellen, 't verlangen jagen door zijn warmer wordend lijf.... Hij naderde alweer, hij was nu op den Westersingel.... Nog een eindje en hij zou het huis al kunnen zien....

Hijg-ademend liep hij voort..., en had een heel eind weegs al afgedraafd eerst naar links den Mauritsweg af, de brug over, en den Westersingel, vol van gelig-groen en zon-gespeel, toen den hoogen weg naar 't park, maar het park niet dadelijk in; de laan uit, die er langs loopt, tot aan den Maaskant voordat hij ook maar één gedachte vormen kon, zonder dat een woeste stormvlaag van gevoel de golven van zijn diep-beroerd gemoed er op sloeg, en te brijzel als woedende branding voordat hij andere woorden in zich hooren kon dan gil-geroep, onsamenhangend, wilde snikken en vervloekingen van iedereen, en van zich-zelf het meest.... De menschen zag hij niet, de zon, de wolken niet, en ook de boomen niet; hij voelde 't groen maar vaaglijk om zich heen; hij woedde, opgesloten in zich-zelf; hij voelde, hoorde, zag niets anders dan dat ééne in zijn eigen borst, dat wreed besef, dat brandende gemartel, niet te blusschen meer, noch uit te rukken ... wanhoop van machteloosheid....

Maar toen ze weer wat zeiden, loopende nu onder de boomen van den Westersingel hier was geen somberheid, alleen een avond-achtig stilte-vallen klonken op-eens hun stemmen veel vertrouwelijker nog dan vroeger.

Het was helder weer nu, een koele avond met windrukken, krachtig, verfrisschend..., en terwijl Louis telkens iets zei, zoowat kort-afgebroken mededeelingen over zijn zaken, die zoo marcheerden, en over het huis dat hij had gehuurd en gemeubeld, 't was op den Westersingel; ze zouden er zóó passeeren, maar je kondt er bij avond niets van zien, liep Paul naar de lucht te kijken, genietend van de forsche windvlagen; hij keek naar de onbegrijpelijk verre sterren, die in hun strakke, staal-koele onbeweeglijkheid de diepe hemelduisternis doorvonkelden, terwijl de aardsche wolken, groot, grauw-rossig, vaag van omtrek, aandreven, al maar uit één hoek; het scheen wel rook van een geweldigen, ver-verwijderden boschbrand..., en dadelijk was nu weg dat luchtige van onverschilligheid uit Pauls gedachten; het kwam in hem op dat diezelfde sterren nu stonden; boven "de groote hei" en in zjjn klaar herinneren herleefden veel vroegere avonden en zekere ideeën die hij had gevonden en overdacht in de wijde, stilte onder dien stillen sterrenhemel daarginds.... Zijn gemoed was weer vol ernst en nu schaamde hij zich over zijn zelfzuchtig-bitter gemok..., want dat was het weer geweest, niets dan eigenliefde en egoïsme, dat gevoel van gemis, en dat plan van hem om die tien dagen enkel maar oppervlakkigjes mee te doen, feitelijk te blijven in zijn eigen sfeer.... Dat mocht immers niet.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek