Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Hoe meer pijn we dan hebben, en hoe angstiger we springen om hun gemartel te ontkomen, hoe meer pret zij hebben. De grootere menschen doen je meestal niets. Ze nemen je alleen wel eens mee, en sluiten je op. Dat doen ze haast met alles; ook met zichzelven. Ze sluiten zichzelven op in groote, steenen dingen, die ze huizen noemen, en die ze zelf maken; wat natuurlijk heel veel tijd en moeite kost.
Hijg-ademend liep hij voort..., en had een heel eind weegs al afgedraafd eerst naar links den Mauritsweg af, de brug over, en den Westersingel, vol van gelig-groen en zon-gespeel, toen den hoogen weg naar 't park, maar het park niet dadelijk in; de laan uit, die er langs loopt, tot aan den Maaskant voordat hij ook maar één gedachte vormen kon, zonder dat een woeste stormvlaag van gevoel de golven van zijn diep-beroerd gemoed er op sloeg, en te brijzel als woedende branding voordat hij andere woorden in zich hooren kon dan gil-geroep, onsamenhangend, wilde snikken en vervloekingen van iedereen, en van zich-zelf het meest.... De menschen zag hij niet, de zon, de wolken niet, en ook de boomen niet; hij voelde 't groen maar vaaglijk om zich heen; hij woedde, opgesloten in zich-zelf; hij voelde, hoorde, zag niets anders dan dat ééne in zijn eigen borst, dat wreed besef, dat brandende gemartel, niet te blusschen meer, noch uit te rukken ... wanhoop van machteloosheid....
Ze bonden haar aan een der palen van de omheining vast, en sloegen er toen meedoogenloos op los met knuppels. Een hunner scheen echter nog een soort van medelijden met haar te gevoelen en joeg haar een kogel door het hoofd, om aan het gemartel een einde te maken. Mijn twee zoons ging het nog erger: die werden letterlijk doodgeranseld.
Die eerzuchtige vindt zijne partij en vestigt eene nieuwe Republiek, tot hij op zijne beurt alweer verdrongen wordt door een ander. Onder zulk staatkundig gemartel, dat steeds met burgeroorlog gepaard gaat, kunnen handel, industrie, kunsten en wetenschappen met geene mogelijkheid zich ontwikkelen. Al wat liefelijk en schoon is, wordt verbannen, en al wat ruw en leelijk is, vat er post.
Ze waren eindlijk in de verte, klein en zwart ... en hij weer heel alleen...; hij voelde 't als een schrik, een soort ontzetting.... Alleen met hei, den hemel, en z'n smart..., alleen met die oneindigheden.... Niets waarmee hij kon ontsnappen aan zich-zelf, zijn pijnigend gevoel, 't gemartel van zijn heldere fantasie.... O! werk! z'n werk!... Maar 't was er niet meer..., en eigenlijk, wat wist hij er meer van!... Ja, kunstenaar, schilder was hij.... Maar een schilder is een man, en hij een jonge, sterke jonge man.... Paul Holman was hij en had Annie lief, en wilde haar.... Maar zij was van Louis, z'n broer....
En telkens viel de mokerslag neêr op Bertie ... daar ... daar ... daar ... viel neêr op zijne oogen, op zijn neus, op zijn mond, op zijn voorhoofd, telkens op zijn voorhoofd, waar de slag dof weêrklonk, als op metaal. Een rood waas steeg gazig voor Franks blik; hij zag alles rood: purper en scharlaken en vermillioen, dat in bloedige wentelingen voor zijne oogen draaide als met raderen en in een vreemd aureool van bloedstralen een verwrongen masker deed grijnzen onder het gemartel van zijn vuistslag. De vierkante ruimte der kamer zwom in al dat rood, als vulde zij zich met tastbare roode verschrikkingen, steeds draaiend, draaiend om Frank heen als purperen duizelingen, vermillioenen krankzinnigheden, nachtmerries van bloed ... En de slagen volgden elkaâr snel op, daar, d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek