Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Manchon weet uit den mond van Warwick en Cauchon alle bijzonderheden omtrent de Judasrol door Loiseleur gespeeld; hij verklapt ons dat er bij de verhooren, behalve de officieele griffiers nog twee geheime schrijvers in de zaal verborgen waren, die wanneer het op collationeeren aankwam, bleken uitsluitend genoteerd te hebben wat bezwarend voor de beklaagde kon zijn.
Warwick brengt de andere heeren tot kalmte. Cauchon's verklaring »wij zullen haar wel weer vangen« heeft hem voldoende gerustgesteld, dat de zaak bij dezen rechter nog steeds in goede handen is. Op de kleine verhooging midden in den kring is al even veel verwarring als op de groote tribune. Van alle kanten bestormt men Jeanne, dat zij de verklaring van Erard zal teekenen.
Zij begrijpen niet geheel wat er gebeurt, maar zij vreezen verraad en zijn bang dat Jeanne hun ontsnapt. Warwick bijt Cauchon toe: »De zaken van den koning gaan slecht, die vrouw zal ons nog ontglippen.« Cauchon tracht hem gerust te stellen en mompelt: »Wees maar niet bang, wij zullen haar wel weer vangen.«
Onder anderen maken wij hierin kennis met Warwick den Konings-maker, die met goed gevolg een inval in Engeland door den Koning der Canarische Eilanden afslaat, en ten slotte geheel alleen den overrompelaar doodt en zijn krijgsmacht op de vlucht jaagt.
Heeft Shakespeare dus in zijn jongelingsjaren ongetwijfeld een goed deel van zijn tijd buiten doorgebracht, men behoeft geenszins aan te nemen, dat alle letterkundige oefeningen werden nagelaten. Boeken waren in die dagen schaarsch, en waar de vader in de schrijfkunst onervaren was, zullen er wel niet vele over den vloer zijn geweest. Maar geheel behoefden zij niet te ontbreken. Shakespeare had zeker nog enkele boeken, b. v. de Metamorphosen van Ovidius, uit zijn schooltijd overgehouden, en in zijn oudste stukken treft men te veel herinneringen uit Latijnsche schrijvers aan, om niet te gelooven, dat deze nog van tijd tot tijd ter hand werden genomen. Ongetwijfeld was er ook een bijbel aanwezig, en Shakespeare geeft genoeg bewijzen, dat hij dezen kent, om te doen vermoeden, dat hij er meermalen in las en de poëzie er van genoot. Maar van nog een ander boek mag men aannemen, dat het door hem gelezen, ja vlijtig beoefend werd: de kroniek van Holinshed; hij is er zoo goed in thuis, dat hij waarschijnlijk vroegtijdig met de lezing er van begonnen is, en dan kon de nabijheid van het groote, indrukwekkende kasteel van Warwick allicht aanleiding geven, dat hij zich met de geschiedenis van den geweldigen graaf, den grooten koningmaker, nader bekend wilde maken, en dus de geschiedenis van Koning Hendrik
Het is nabij het midden, schier in het hart van Engeland, in het graafschap Warwickshire, in het stedeken Stratford aan den Avon, dat de groote dichter, op wien Engeland, op wien de wereld roem draagt, geboren werd; in Warwickshire, waar, ten noorden van Stratford, de reusachtige overblijfselen van het kasteel Warwick, het stamslot van den grooten koningmaker zich in den Avon spiegelen; waar, nog noordelijker, het kasteel Kenilworth ligt, welks naam de feesten voor den geest roept, door den graaf van Leicester aan zijn gebiedster Elizabeth, de maagdelijke koningin, gegeven; waar, nog iets verder noordelijk, het oude Coventry gelegen is, bekend door de mysteriespelen, die er vaak, zelfs tot het laatst der zestiende eeuw, opgevoerd werden.
Een van de getuigen in het proces van rehabilitatie heeft zelfs verklaard dat Warwick tot tweemaal toe op de hartverscheurende kreten van het jonge meisje is toegesneld om haar te beschermen tegen de beestachtige belagingen van de Engelsche soldaten die de wacht hielden in haar kerker.
Martorell verklaart, dat hij de romance uit het Engelsch vertaalde, en het heeft er inderdaad ook allen schijn van, dat geheele gedeelten van het gedicht sterk beïnvloed zijn door de oude romance Sir Guy of Warwick.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek