United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Den volgenden dag wandelde Monseigneur bij zonsopgang in zijn tuin. Magloire kwam geheel ontsteld op hem toeloopen. "Monseigneur, Monseigneur," riep zij, "weet uw Hoogwaarde waar het zilver-mandje is?" "Ja," zei de bisschop. "Goddank!" riep zij. "Ik wist niet waar het gebleven was." De bisschop had het mandje van een bloembed opgeraapt en gaf het Magloire. "Daar is het."

Met hun werk deden zij dezelfde ervaringen op: de redacties wilden er niets van plaatsen. Op een goeden dag wandelde ik eens in de Kalverstraat bij de Halvemaansteeg, en een lang, blond jongmensch kwam lachend op mij toe. "Dag Kloos", zei hij, en hij stak zijn hand uit. "Ga jij met me mee!" Ik dacht: die vergist zich, ik ken 'm niet....

Het hinderde hem niet dat hij een poos moest wachten. Als Iras gereed was zou zij wel komen, of hem tot zich laten roepen. In ieder deftig Romeinsch huis was het atrium de plaats, waar men bezoekers ontving. Twee-, driemaal wandelde hij het vertrek rond, stond stil onder de opening in de zoldering, en keek peinzend naar de blauwe lucht boven zijn hoofd.

De wachter, een goedhartig man, wist wel dat Rob nu eenmaal onverbeterlijk was, en liet het dus bij deze vermaning. Maar Rob vond het toch verstandiger, zijn lantaren aan te steken. Daarom zette hij, terwijl de wachter weer verder wandelde, zijn wiel tegen de bank, en stak een lucifer aan.

Met langzamen tred ging zij naar de velden, door de ruime vlakte met het bedauwde gras, tot de zon hoog was gestegen en wandelde met haar gezelschap in gesprek over verschillende dingen.

Paul lachte in zijn vuistje over de domheid van de reuzen, sloeg den mantel om, die hem onzichtbaar maakte en wandelde weer verder. En weer kwam hij door een bosch, en daar waren wezenlijk weer twee reuzen aan 't vechten. Nu was het over een zwaard, waarvan ze ieder de helft moesten hebben.

Ik lette goed op, hoe ver de steenen werden weggeslingerd, om te weten, hoe nabij ik mij kon wagen; maar ik zag wel, dat ze vrij dicht bij de opening neervielen. Toen wandelde ik naar den krater, door het pad te volgen, dat zich als een lichte draad over den aschbodem slingerde en achter de heuvels verdween.

"Wonderlijk mooi," riep de oude Heer: "prachtige boomen, en zoo sierlijk rondgeknipt en niet lastig hoog; men heeft geen ladder noodig, om de appelen te plukken, als ze rijp zijn. Men zou haast denken dat men in Spanje wandelde; maar 't is hier rustiger. Geen binnenlandsche oorlog. Hoe denken de Heeren over Don Carlos?" De dochter glimlachte met veel beteekenis.

Ik wandelde langs de rechte kanalen van het eiland Walcheren. Vlak en vreedzaam lagen, beneden de dijken, de groene weiden vol grazend vee. Ik wilde weer rustig worden, den oorlog vergeten. Het kon niet lang meer duren toch...

Vruchteloos had men de deuren van de bovengang gesloten; het spook had òf een tweeden sleutel in den zak, òf bediende zich van het onheugelijke privilege der spoken, om door het sleutelgat te kruipen, en wandelde evenals anderen rond, met eene vrijheid, die inderdaad onrustbarend was.