United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het is invloed van de bijbel wanneer een vorst »de ceder der vrolikheid" genoemd wordt of een dame: »de toren der eer". De gehele rhetoriese woordenvoorraad uit het Middeleeuws Latijn komt weer te voorschijn: de roos der schoonheid, de lelie der reinheid, de bloem der welvoegelikheid, der eren kroon, de spiegel der vreugde, de alsem der bitterheid.

Achilles was »nimmer zwaarmoedig en korzelig, maar opgewekt, milddadig en royaal", Patroklus is een innemend, beminnelik ridder, die niets gesteld is op boosheid en verdriet; van de dikke Polidarius heet het daarentegen dat hij zwaarmoedig was en nooit van vrolikheid hield, wat een berisping verdient.

Over het klooster van Cluny schrijft de H. Bernardus dat »spaarzaamheid wordt daar als gierigheid beschouwd", soberheid als boersheid, stilzwijgendheid als zwaarmoedigheid; teugelloosheid werd daarentegen als liberaliteit beschouwd, verkwisting als vrijgevigheid, de praatjes der leeglopers heten goede manieren, gelach en grapjes zijn vrolikheid.

In de tuin gekomen, vindt hij zich weldra omringd door een uitgelezen gezelschap van spelende en dansende Dames en Heren, »Juffrouw Beleefdheid", »Rijkdom", die zijn vriendin »Vrolikheid" bij de hand geleidt, »Vrijgevigheid", die als een ridder van Arthur's Tafelronde gekleed is, »Jeugd", een lief klein meisje van 12 jaar dat argeloos-onschuldig haar minnaar voor aller ogen kust, en eindelik »Amor" zelf, een jong ridder in een kleed met bloemen, die door zijn page »Zoete Blik" begeleid is en met »Vrouwe Schoonheid" danst, die prachtig is als de maneschijn, onstoffelik als de dauw, eerbaar als een bruid en wit als een lelie.

De schoonheid van de 15-jarige wordt in de ridderromans in meer details aangegeven: zijn gezicht is witter dan »sneeuw op de takken", met een zachte blos er over heen, de levende, heldere ogen zijn vol vrolikheid, de volle kin zonder baard; zijn haar is omwonden met een groen zijden lint, ook zijn kleêren zijn van zijde.

Allerlei aardige, voor kinderen belangwekkende gebeurlikheden zijn door het verhaal heen gevlochten, en tot slot laat de schrijver een heerlijk troepje kozakken optreden tot vermaak van de Zaanlandse jongens en zeker ook wel van de lezers van z'n boek, kozakken, gezegend met al de weinige deugden en vele eigenaardigheden van dat bekende volkje, waardoor de vrolikheid het laatste woord krijgt.

Vooral was het de schone jolige ridderkultuur van geheel Zuid-Frankrijk die vertrapt werd, toen het kruisleger van Simon de Montfort als een gesel Gods zich over de ketterse steden en het land der troubadourhoven stortte. »Ik was gewoon aan zang en vrolikheid, aan ridderlikheid en vriendelikheid, klaagt de troubadour, de wereld was vrolik en de vrouwen mooi en lief en een ieder legde zich slechts toe op wat edel was en schoon.

Voor beiden moet de liefde iets zijn wat ze in de goede zeden opvoedt: hij komt tot haar en bidt haar er met »Maze" de schaaf bij hem over te laten gaan, maar nu verklaart zij bescheiden dat hij even goed aan haar heel wat op te voeden zal vinden; en dan vertelt hij haar wat de man bij de vrouw verwacht: trouw en zedigheid, maar tegelijkertijd opgewektheid en beminnelikheid, en zij hem wat de vrouw graag in de man ziet: vrolikheid, maar gelijkmatigheid van karakter en trouwe toewijding.

Zijn roer lag over zijn knieën, zijn bandelier en kruithoorn binnen het bereik van zijn hand. Een glimlach verhelderde zijn breed gelaat, en een zekere mate van vrolikheid straalde hem uit de ogen. Het scheen alsof hij niet alleen geheel onbekommerd was, maar alsof al die drukte in het lager hem vermaakte.