Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Achilles was »nimmer zwaarmoedig en korzelig, maar opgewekt, milddadig en royaal", Patroklus is een innemend, beminnelik ridder, die niets gesteld is op boosheid en verdriet; van de dikke Polidarius heet het daarentegen dat hij zwaarmoedig was en nooit van vrolikheid hield, wat een berisping verdient.

Juist gelijk de heldenpoëzij de amazones, de »schildmaagden" bewondert, omdat zij zich werkelik boven hun geslacht hebben weten te verheffen en de mannen gelijk geworden zijn, zo ook nog de Camilla van Virgilius terwijl daarentegen de ridderroman de gedachten meer in 't bizonder vestigt op de naakte jonkvrouwelike huid onder de maliënkolder en er de nadruk op legt hoe Camilla niettegenstaande alles vrouw is gebleven, schoon en beminnelik: overdag duldde zij geen vrouw in haar nabijheid, maar 's nachts kwam geen man haar maagdelik vertrek binnen.

Haar geestige antwoorden en haar schone zang; zij kent de kunst van spreken en zich aangenaam voor te doen van »plazers far e dir"; zij is aangenaam gezelschap »d'avinen companha", zij is beminnelik in haar optreden amorosa en totz son semblans; zelfs bij de besten wekt zij een duizendvoudig behagen. Een hele rij leerdichten wijden de troubadours ook aan de maatschappelike opvoeding der vrouw.

Beminnelik geeft hij op van wat hij kan, hij weet wat dapperheid is, eer, poëzie, weet het onderscheid tussen dwaasheid en verstand, en wanneer men in een gezelschap hem in een liefdetwist vraagt als scheidsrechter op te treden, dan weet hij altijd het juiste oordeel te vellen; zelf verstaat hij de kunst om met de vrouwen allerlei soort spelletjes te doen, wat hij dan in grove dubbelzinnigheden uitwerkt, terwijl hij God, St.

In feest en gezelligheid te leven, in een beminnelik, hoofs samenzijn met zijns gelijken dat was alles een soort sosiaal idealisme dat de dichtkunst der troubadours tegen de ouderwetse baronnen opstelde, die aan niets anders dachten dan vechten met hun buren, hun goederen af te ronden, hun boeren uit te zuigen en zoveel mogelik land en vee te verzamelen.

Maar de ridder heeft toch goed gezien, het was alleen maar een »proefpijltje" dat Amor op haar afgezonden had om haar kinderhart te wekken. Wanneer een arme maar uitstekende ridder even daarna om haar komt met de klacht dat hij haar helaas geen rijkdom heeft aan te bieden, antwoordt zij: »Mijn liefde hangt niet aan goed of geld, maar behoort een ridder even beminnelik als dapper."

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek