United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij vonden de Zulu-Koning omringd door zijn voornaamste induna's en enige gewapende mannen als lijfwacht, hen voor zijn grote hut afwachtende. Zijn gelaat blonk van vriendelikheid. Hartelik groette hij de blanken en begon door tussenkomst van zijn tolk een gesprek met de niets kwaads vermoedende Retief.

Een samengaan van »Tucht" en »Gemeite", d. w. z. van eerbare tucht en opgewekte vriendelikheid is het ideaal voor de verschijning in 't publiek. Zij mag niet te veel rondgluren maar een zekere schuchtere, half nieuwsgierige blik past een jong meisje wel, zegt Walther.

De Tristan van Gottfried is de verpersoonliking van de vriendelikheid; wij lezen van hem dat hij graag een ieder op zijn handen wil dragen en voor allen tracht te leven, »wat iemand uit het gezelschap ook maar voorsloeg was hij dadelik bereid te doen."

Zij borduurt b.v. zijden beurzen die de edellieden uit de omtrek aan hun dames ten geschenke geven; zij geneert zich ook niet het haar van de Heren te gaan wassen, al heel gauw is zij overal bekend wegens haar vriendelikheid en haar schoonheid, zo zeer dat het huis van de twee dames een hele salon wordt, waar de gehele adel uit de buurt de artistieke schone het hof komen maken, zodat de adelike dames erg jaloers worden.

Vooral was het de schone jolige ridderkultuur van geheel Zuid-Frankrijk die vertrapt werd, toen het kruisleger van Simon de Montfort als een gesel Gods zich over de ketterse steden en het land der troubadourhoven stortte. »Ik was gewoon aan zang en vrolikheid, aan ridderlikheid en vriendelikheid, klaagt de troubadour, de wereld was vrolik en de vrouwen mooi en lief en een ieder legde zich slechts toe op wat edel was en schoon.

De vormen der samenleving worden ook schoner en edeler, van de pedant aangeleerde regelen voor goede manieren die men uit het buitenland en van de geesteliken ontvangen had, worden ze nu tot een werkelike wellevendheid, gedragen door takt en fijngevoelige vriendelikheid. »Cortezia" zegt een ridder uit Provence »bestaat dáárin dat men zich door woord en optreden bemind weet te maken, en hoofs is hij die weet te doen wat anderen aangenaam is; hoofsheid vertoont zich in klederdracht en vriendelike tegemoetkoming, in het onthaal en in liefde."

Opgewektheid, vriendelikheid, zachtheid, dat is voor de man zo wel als voor de vrouw de hoofdzaak bij de omgang; het is er de kultuur dier dagen dan ook altijd om te doen, ruwheid en brutaliteit te onderdrukken.