Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


Evenwel, ofschoon hij bij het bestrijden van de betere gevoelens zijns vriends al de overmacht bezat, welke een listig, bedaard, baatzuchtig karakter heeft over iemand, die door sterke en tegenstrijdige hartstochten geslingerd wordt, eischte het al de bekwaamheid van Malvoisin om Bois-Guilbert in zijn voornemen te bevestigen.

Twee maanden na hunne terugkomst ontving Torteltak een brief van den Heer Schmallheim, bij wien hij zich naar de weduwe zijns vriends geïnformeerd had, en die hem meldde, dat op zekeren avond, terwijl zij weêr met het kind en den houten kolonel speelde, een flaauwe gil den kastelein uit het huis had doen komen, en dat hij haar, tegen den boomstam gezonken, dood had gevonden.

Gyges was, oogenblikkelijk na het onderhoud van zijn vader met Amasis, op vrije voeten gesteld, en door zijne vrienden met luid gejubel ontvangen. De pharao scheen de gevangenneming van den zoon zijns vriends door verdubbelde hartelijkheid weder goed te willen maken.

Ik kom uit vryen om uw Vriends Dochter Letje: maar, kyk zoo niet op, niet voor my. Hy. Ik zal u met genoegen horen. Ik. Hebt gy den Heer Willis gekent? Hy was niet gelukkig in zyne affaire. Hy. Neen, maar ik heb een Vriend gehad; die dit met hem, en even onverdient, was; Letjes Vader. Ik. En nu kwam ik by u, om eens te horen, of gy iets tegen een Huwlyk tusschen deeze Kinderen zoudt hebben?

's Anderen daags, rond den middag, trad hij in de kamer zijns vriends en vond hem nog in zijne koets aan 't ronken. Naast hem lag een fijn geborduurde beugeltasch. Hij opende die en zag dat ze met gouden karolussen en zilveren oortjes gevuld was. Hij schudde Lamme om hem wakker te maken; deze schoot uit zijn slaap, wreef zich de oogen en, ongerust rondom zich kijkend, vroeg hij: Mijne vrouw?

Ik zal aan u schryven, als aan een' Jongeling dien ik hoogacht, om dat hy de achting waardig is van veel beter menschen, dan meisjes van negentien jaar zyn kunnen; vertrouwende echter, dat gy deeze myne heuschheid niet zult misbruiken. Geloof my dat ik, tot gistren toe, nooit er aan gedagt heb, of gy my met andre dan de oogen eens Vriends zaagt.

Ik heb dat later wel gemerkt, later, gedurende die twee jaren, toen ik zoo veel heb nagedacht. Hij zag haar met ontzetting aan; een moordend zelfverwijt doorvlijmde hem bij de gedachte, dat hij haar nooit gezegd had, dat Bertie niets bezat en van het geld zijns vriends leefde. Waarom had Frank haar dat nooit willen vertellen?

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek