Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Het storend incident van zoëven was vergeten; de ganse zaal, in geestdrift vervoerd, hing op dat ogenblik, zoals meester De Vreught het naderhand noemde, aan 's sprekers lippen. De heren knikten gewichtig met het hoofd, de vrouwen waren bleek van ontroering, moeder Massijn en Fietje barstten plotseling in tranen los.

Sy weet niet wat te maken, Sy voelt een selsaem vier door al de leden blaken; 890 Dies als sy op een tijt den ridder eensaem vont, Soo opent sy aldus tot hem een heuschen mont: Bevallick jongelingh, wat magh u doch bewegen, Dat ghy tot desen hoop soo bijster zijt genegen? Dat ghy by dit gespuys u soete jeught verslijt, 895 Ey geeft eens beter vreught aen uwen jongen tijt.

Vooral meester De Vreught, die opgestaan was en zijn bril had opgezet, examineerde ieder stuk met een glimlach van innige belangstelling, alvorens ze aan de naast hem zittende heren Spittael en Potvlieghe te overhandigen.

Al zijn afscheidsbezoeken waren volbracht, zijn volle koffers stonden op elkaar gestapeld in het smalle gangetje, hij moest maar een laatste maal zijn moeder en Fietje omhelzen en ook even in 't voorbijgaan het rijtuig doen stilhouden voor de stoep van Het huis van Commercie, om nog eens Eu...Eulalie tegen zijn hart te drukken. De voordeur ging open en meester De Vreught kwam binnen.

Meester De Vreught, onder ander, had het maar nooit kunnen aannemen, dat er zulke dierlijk bedorven lui, als Fortuné vertelde, op de wereld bestonden. Joa, maainsche, zu gebuirt da doar! voer de spreker plat voort. En de waaive, die van niets beiters weite, komen doar volstrekt nie teigen in opstand, woarschaainloaik omdat zen uuk wal voele dat het er toch nie mee zou boate...

Meester De Vreught, meer en meer teleurgesteld, verliet hun woninkje en begaf zich beurtelings bij de heren Spittael en Potvlieghe, alsook naar Het huis van Commercie.

Fortuné vertelde slechts, na enkele onbeduidende dingen, dat hij door een hevige aanval van malaria was aangetast geweest, en dat hij, ofschoon hersteld, zich nog zeer zwak gevoelde en grote voorzorgen moest nemen. Daarop verliep nogmaals een maand zonder enige tijding van hem. Dan weer, op een morgen, drie brieven: een voor zijn moeder en Fietje; een voor Eulalie en een voor meester De Vreught.

Meester De Vreught had natuurlijk niets zo dringends te doen gehad dan het verbazend, hem door Fietje meegedeelde nieuws alom te gaan vertellen; meester Potvlieghe, van zijn kant, had de ontzettende tijding bekrachtigd, en de ganse dag hoorde men geen ander gesprek meer in het dorp.

Wat de heren Potvlieghe, Spittael en De Vreught betreft, die vonden bepaald geen woorden meer om hun emotie en bewondering uit te drukken. Beurtelings werd Massijn bij die drie heren, alsook ten huize van nog twee andere voorname dorpsfamilies te dineren gevraagd, met het uitdrukkelijk en trouwens zeer overbodig verzoek in zijn officieel kostuum te willen verschijnen.

Wel doen is rechte vreught; maer alle slimme* gangen 1225 Zijn doodelick vergif die ons de ziele prangen. Hier is dan nu de tijt dat ick mijn schult beken, Vermits ick op den wegh van beter leven ben.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek