Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 november 2025


Tegen den middag viel het in met eene hevigheid, die de oudste en meest bevaren zeelieden aan boord deed verbaasd staan; het geweld van den stormwind was verschrikkelijk, en de verwoesting, die hij aanrichtte, onbegrijpelijk.

Ginds moeten we zijn!" De volle maan kroop weg achter de wolken waaruit een fijne regen viel. "Wij zullen ons morgen wel droogvechten! Het Vaderland houdt de oogen op ons gevestigd!" Er waren geene loodsen, die hem met zulk weder in zee durfden brengen! "Dan zal ik mijn eigen loods zijn! Voorwaarts! Voorwaarts! Goede Vaer Tromp wacht ons!"

Dat ontnam hen als 't ware terstond, iets van hun zelfstandigen wil; 't viel als een verlammende drukking op hun oogen en de koppen glommen al, nog voor ze iets gebruikt hadden. 't Geraas van 't Barontje en de port en de sigaren deden 't overige.

Toen greep hij haar bij de hand, en hield die vast, en toen zij zich wilde lostrekken, en wegloopen, viel de pelsmantel open en het sterrenkleed schitterde er tusschen door. Toen trok de koning den mantel af, en de gouden haren, en het prachtige gewaad kwamen te voorschijn.

En op het oogenblik, dat zij den steek voelde, viel zij in diepen slaap en de slaap verbreidde zich over het geheele slot: de koning en de koningin, die juist waren thuis gekomen, sliepen in, en met hen de geheele hofstoet.

"Daarvoor wordt zij gedragen door een lijfeigene," viel Jonker Jan in. "Toegegeven, Jonker. Maar, en dat is ten vierde: de man ziet er lijdend en bleek uit." "Dat is waar. Hij kijkt precies, alsof iemand hem op zijne eksteroogen trapt. Nu, en ten vijfde?" "Dat is er niet, Jonker.

De koningin had haar wel zes maal het zwijgen opgelegd, maar het hielp niets, zij hield maar niet op voor ze gezegd had, wat haar uit den mond viel.

"'t Zal op een zuidwester uitdraaien." De natte, zware zeilen sloegen bij elken uitschieter van den wind. "Op het roer, kwartiermeester." De wind bedaarde, de regen viel bij stroomen voor een oogenblik was het volkomen stil, zoodat het fregat volstrekt niet meer overhelde. "Aan de brassen! Reken er op, dat we terstond zullen afdrijven." De brassen waren nauwelijks gespannen, of het was al zoo.

De pyn intusschen steeds verdubbelende, was het my wel dra niet meer mogelyk, om zonder de grootste moeite adem te halen, en eindelyk viel ik aan den voet van eenen boom neder. Een der Neger-slaven, die hout ging hakken, my in die gesteldheid ziende, dagt, dat ik dood was, en bragt dezen alarm-kreet naar de legerplaats over.

Hij gleed voortdurend uit en struikelde, zijn dikke, grove pooten schoten van onder hem weg, hij viel op zijn achterste, krabbelde met moeite weer overeind, gleed nogmaals en viel opnieuw, als een onnoozel sukkelkind, dat zijn allereerste schreden waagt.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek