Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juli 2025


Een angstig man vermijdt het gevecht, alsof hij eeuwig bleef leven: ook als hij de speer is ontsprongen weet de ouderdom wel waar hij is. Aan mannen past een wakkere moed, tot de dood hen heeft getroffen; en koningskinderen zijn dapper in den strijd, maar sober met woorden. Heil den gever! Daar is een gast gekomen, waar zal hij zitten? Wie zijn geluk zoekt op de reis heeft groote haast.

Als de regen lang aanhoudt, komt hij soms in grooten nood en wordt door de ontbering droefgeestig gestemd. Dan is er geen sprake meer van gezang en van noodelooze bewegingen. Als de nood ten top gestegen is, bezoekt hij ook de stille bochten aan den oever, die hij in andere gevallen vermijdt en gaat hier aan 't jagen.

»Als het pijnlijk voor hem isdacht zij, »hier terug te komen, hoe pijnlijk zal het dan niet voor mij zijn! Maar misschien komt hij niet; misschien schrijft hij of komt wel, maar vermijdt een ontmoeting met mij zooals hij bij zijn heengaan deed. Ik had niet gedacht, dat hij zoo doen zou, maar het was beter voor ons beiden

Voor een deel is die overwinning te danken aan het wijze inzicht dat onnoodige botsingen vermijdt; er wordt in het ziekenhuis niet gestreefd naar bekeering der patiënten. Wel vindt de Christen er de gemeenschap in geestelijke dingen die hij zoekt, doch den Mohammedaan wordt zij niet opgedrongen. Vandaar dat zelfs priesters het ziekenhuis der zending zoeken.

Bij ons wordt het algemeen broedend aangetroffen in droge zandstreken, duinen en heiden, vooral wanneer deze met doornstruiken of laag hout begroeid zijn; in de lage landen ontbreekt het. In Duitschland is het overal veelvuldig, het meest nog in heuvelachtige gewesten. Het vermijdt de hooge gebergten en evenzeer uitgestrekte wouden.

De levenswijze van den Surilho verschilt niet belangrijk van die der Marters. Hoewel hij het oerwoud vermijdt, komt hij toch alleen in de met boomen begroeide gedeelten van het laagland en van het gebergte voor.

Op plaatsen, die hiervoor gunstig gelegen zijn, zal de deskundige de aanwezigheid van het reusachtige dier spoedig bemerken. Met tusschenpoozen van ongeveer 3 (hoogstens 4) minuten zal een (bij stil weder duidelijk zichtbare) nevelstraal zich ongeveer een halven meter boven den waterspiegel verheffen; te gelijker tijd wordt dan een bruischend gesnuif of gesnork gehoord; beide verschijnselen worden veroorzaakt door de ademhaling van een Nijlpaard, dat zooeven boven gekomen is. Als men niet te veraf staat, kan men ook een deel van zijn kop zien: een vormlooze, roode of bruinachtig roode massa, waaraan men twee spitsen, de ooren, en vier verhevenheden, de oogen en neusgaten, onderscheidt. Meer dan het bovenste deel van den kop krijgt men van een Nijlpaard, dat zich in 't water ophoudt, zelden te zien; hij die het voor de eerste maal aanschouwt, zal het waarschijnlijk niet herkennen. Als men onder den wind blijft en iedere storing vermijdt, kan men het op- en neerzwemmende dier, dat in 't water als 't ware speelt, gemakkelijk nagaan; men ziet dan ook op het ingedrukte voorhoofd, tusschen de oogen en de ooren, een kleine plas overblijven, die genoeg water bevat om tot verblijfplaats te dienen van een Goudvischje of een paar Bermpjes. Hoogst zelden blijft een van de waterreuzen een weinig langer onder water dan hierboven aangegeven werd; hij moet alle 4 of 5 minuten ademhalen. De mededeelingen van sommige reizigers, die het dier 10

Deze is integreerend van aard, streeft naar eenvormigheid, vermijdt het te individuëele, het ongewone, het platte, het onwelluidende. Het te bijzondere lijkt haar tegenover sprekers uit andere kringen onheusch, het onkiesche stootend en hinderlijk. Zij heeft grootere sociale waarde dan de volkstaal, die over het algemeen op hooger natuurlijke kunstwaarde kan bogen.

Vergelijk daarbij den kalmen oosterling, laat mij liever zeggen den Javaan; hij moet wel met den stroom mee, maar stribbelt er toch zoo lang mogelijk tegen; het liefst vermijdt hij alles, waaraan gevaar verbonden is; een voetreis vindt hij het zekerste middel, om zich te verplaatsen, vermoeienis kent hij niet, evenmin de waarde van den tijd; wil hij zijn doel vlug bereiken, wel dan gaat hij boven op zijn paardje zitten, en het beestje brengt hem in twee derde van den tijd over, dien hij te voet zou noodig hebben; het non plus ultra van een genoegelijke reis vindt hij de sapie- of karbouwenkar, langzaam maar zeker de steilste helling op en even traag af.

Ook die woordkeuze getuigde van avontuur-onervarendheid. Men spreekt niet van dood in 't huis eens gehangenen, men vermijdt jargon als 'n vrouw óver 'r zenuwen heen is. "Gepiept," herhaalde mevrouw, naar de beste accentjes zoekend om 'r gèk-van-'n-man te vernederen: "gepiept gepiept hij heeft 'r pleizier in! Had me niet je krankzinnige machines opgedrongen dan kon dat alweer niet gebeurd zijn.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek