Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
In den tusschentijd had ik eenige verzen geschreven, die in enkele jaargangen van den Utrechtschen Studentenalmanak waren verschenen. Eenigen daarvan zijn door Van Eeden beoordeeld, die tot de conclusie kwam, dat Boutens, die toen ook verzen publiceerde, en ik misschien weleens zouden weten van ons leven, wat een goed vers is.
Daar alles dus zoo wat in 't ongewisse bleef, en er ook geen antwoord kwam op hunne brieven aan u, ik begrijp nu wel waarom, schenen die praktizijns niet langer geduld te willen nemen, en heeft Overberg, zeker daartoe door den Utrechtschen collega opgezet, zich rechtstreeks tot de freule gewend om te weten of zij zich al dan niet met u verloofd achtte?
Bl. 77. In den jaare 1190. Omstreeks dezen tijd vindt men bij de meeste geschiedschrijvers het eerst gewag gemaakt van Leeuwarden als stad; doch er zijn er, die beweren, dat reeds ten jare 1149 de stad bij dien naam zou bekend geweest zijn, daarbij aanhalende de twee brieven door den Abt Wybaldus geschreven, voorkomende in het Charterboek van van Schwartzenberg, I. 76, de een aan de gemeente van Leeuwarden, houdende klagten over de zorgeloosheid van vier Priesters aldaar, en de andere aan den Utrechtschen Bisschop, Heribertus, betrekkelijk den slechten toestand der kerk.
Aan het hoofd van dezen, die toonden zich vrij te willen maken van eene voogdij die hun hinderlijk werd, bevond zich Dr. De Visser, predikant in de Nederlandsche Hervormde Kerk en geliefd discipel van den Utrechtschen leermeester.
D. liefhebberij-colleges hield; en of ik Smallenburg wel eens gezien had; tegen welke berichten hij de zijnen omtrent de Uitertsche Juris professores met eene eerlijkheid inwisselde, eene betere zaak waardig. Hij verzuimde niet den billijken Utrechtschen trots op prof.
In den jaare 1401 kogten de Groningers van den Bisschop van Munster zyne vriendschap voor 2000 guldens; mits dat hy zich by den Utrechtschen Bisschop niet zou voegen.
En toch is het een zoo hoogst belangrijk onderwerp, dat ik hartelijk wensch, dat het voornemen, door Jhr. Mr. H. B. VAN SMINIA en mij opgevat, om een Beroemd Friesland te bewerken en over eenige jaren uit te geven, door ons zal mogen worden volbragt. Vrede en Voorspoed verheffen Zorgeloosheid en Partijschappen ontbinden den Staat. Van den Utrechtschen vrede tot de Staatsomwenteling.
Aan André ontsnapte een kreet van verontwaardiging. Hij ziet eerst Letje met diepen weemoed aan, en richt daarop een vragenden blik naar zijn vader. Dominee De Witt schijnt met de zaak verlegen, daar hij den brief van den Utrechtschen theoloog nog eens doorloopt. »Vijftig gulden! O, ik zou wel weten, wat ik met die vijftig gulden doen zou!" fluisterde André.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek