United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


JOHAN. Me op jullie allemaal wreken; er zooveel ik maar kan van jullie verpletteren. VIGELAND. Ziezoo, nu zijn de papieren in orde, meneer de consul. BERNICK. Goed, goed.... En het blijft er dus bij dat de "Indian Girl" morgen uitzeilt? BERNICK. Die zeilt uit. Vigeland en Krap gaan weg naar rechts. OLAF. Oom! Oom Hilmar! HILMAR. Oeh ben jij het? Waarom blijf je niet boven?

Worse's: "Wij komen laat, mijnheer de consul, maar wij komen goed", waarmee Worse zijn reeder begroet, en waarmee hij ook het leven uitzeilt, teekenen den ondergeschikte, voor wien de zaak van den patroon de zijne is. En consul Garman toont zich bij voortduring een even degelijk als fijngevoelig patroon. Hoe is die verhouding zoo veranderd?

Je hebt immers huisarrest. Stil! Oom Hilmar, weet u 't nieuws? HILMAR. Ja, ik weet dat je een pak slaag hebt gehad van daag. Hij zal me niet dikwijls meer slaan. Maar weet u dat oom Johan morgen uitzeilt met de Amerikanen? HILMAR. Wat raakt jou dat? Maak dat je naar boven komt. OLAF. Ik zal misschien toch nog wel eens meegaan op buffeljacht, oom! HILMAR. 't Mocht wat; zoo'n papkind als jij....

Een tochtje naar de niet ten onrechte als "groot kerkhof" aangeduide plek, met een zeilboot van Tolen uit, is altijd een groote aantrekkelijkheid en wordt dikwijls gedaan. Als men de Eendracht uitzeilt en vervolgens naar het westen koerst, ziet men ten zuiden van het diep, dat langs de zuidkust van Tolen loopt, bij eb weldra een plaat opglinsteren.

Als men van Meringe-lagune, op Isabella, uitzeilt, en koers zet pal naar het magnetisch noorden, zal men na honderdvijftig mijlen varen de glinsterend witte koraalstranden van Lord Howe boven de zee zien uit rijzen.

Jammer maar dat kapitein Wilson nu juist voor een paar dagen afwezig is, maar ik zal bij hem wel alles voor je in orde brengen. Ik stel me voor je aansprakelijk, en gij gaat met de pakketboot, die morgenochtend uitzeilt, naar Engeland, en neemt voor alle zekerheid Mesty mee." "Hartelijk dank, Sir Thomas, ik ben u ten zeerste verplicht," antwoordde Jack. Vier-en-twintigste hoofdstuk.