Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
Dat zijn groote booten van slanken vorm, die in staat zijn, twintig en meer roeiers op te nemen, niet ruw uitgeholde boomstammen, maar zorgvuldig gebouwde, gekielde, planken booten, die door touwen van vezel planten saamgebonden en met vezelstoffen en hars gedicht zijn. Het voorste gedeelte is voorzien van een langen, spits toeloopenden snavel.
Als geleiders dier melkkarren kan men meestal nog zien den echt Walcherenschen boer, gekleed in korte kuitbroek en wambuis, het hoofd gedekt met een hoogen, eenigszins spits toeloopenden, vilten hoed met kleinen, omgeslagen rand, een type, dat zijn vorm schijnt ontleend te hebben aan den Spaanschen ridderhoed uit den tijd van Filips II. De vrouw draagt als hoofdbedekking een hagelwitte, gladde muts, een bijna onveranderd model van de ondermutsen der edelvrouwen uit de XVe eeuw, waarover een kaphoed, aan de achterzijde met een smaakvolle, waaiervormige garneering van gekleurd zijden lint en aan de voorzijde met linten van dezelfde stof.
Eenige ruïnen uit de egyptische oudheid geven een voorbeeld van de pyramidale lijn, die aan de muren een soliditeit geeft die eeuwen kon trotseeren en de illusie opwekt van iets reusachtigs. Door den grooten omvang der basis en den spits toeloopenden top ontstaat een prachtig perspectief, dat de gebouwen oneindig veel hooger doet schijnen.
Zij graven een kuil, bevestigen daarin een spits toeloopenden, glad gemaakten en aan de spits in 't vuur geharden paal, die zich eenige voeten hoog boven den bodem van den kuil verheft; de opening van den kuil maken zij onzichtbaar, door haar met gras te bedekken.
Er was een Hindoetempel, die er nog al armoedig uitzag, waarbij een plek behoorde, die voor de wasschingen diende, een klein bassin met een opening als van een put, beneden aan een reeks van trappen, die zich bevonden achter een breeden ingang in een spits toeloopenden muur, waarin openingen waren gelaten in driehoekvorm voor de illuminatie op feestdagen.
Het hoofd wordt gedekt met een hoogen, eenigszins spits toeloopenden vilten hoed met kleinen omgeslagen rand. Onmisbaar is het mes met zilveren heft in de lederen scheede en de sierlijk gemonteerde houten pijpekast, die uit den broekzak steekt. De Zeeuwsche knoop en gordel- of broekplaat gaan terug tot den primitieven doorn, dien de oude Germanen voor spang bezigden.
Hij had aan zijn grooten ballon van 2,500 kubieken meter inhoud, met steenkoolgas gevuld, om den weerstand van de lucht te verminderen, een langwerpigen, puntig toeloopenden vorm gegeven. Maar tegen den wind in ging het niet, en wat Giffard bereikte, was een snelheid van twee of drie meter in de seconde in windstille lucht. Ook zijn verdere proeven in 1855 en 1856 brachten hem niet verder.
De Mollen (Talpidae) zijn over het grootste deel van Europa, een groot deel van Azië, Zuid-Afrika en Noord-Amerika verbreid. Deze familie omvat geen groot aantal soorten; het is echter mogelijk, dat vele Mollen-soorten tot dusver aan de aandacht der deskundigen ontsnapt zijn. Alle soorten hebben zulke eigenaardige organen en een zoo in 't oogloopende gestalte, dat zij onmiddellijk kenbaar zijn. De ineengedrongen romp is rolvormig en gaat zonder duidelijk merkbare afscheiding in den kleinen kop over, die zich tot een spits toeloopenden snuit verlengt, terwijl de oogen en ooren onbeduidend en uitwendig bijna niet of in 't geheel niet zichtbaar zijn. De romp rust op vier korte pooten: de voorste zijn graafwerktuigen geworden en in verhouding tot de overige lichaamsdeelen reusachtig groot; de achterpooten daarentegen zijn smal, langwerpig en gelijken op pooten van Ratten; de staart is kort of ontbreekt. Het gebit bestaat uit 36
Zij hebben een smallen kop, met een meer of minder spits toeloopenden snuit, tamelijk groote oogen en groote, onbehaarde, vliezige ooren, een gedrongen romp, matig lange ledematen, fijn gebouwde voeten; de voorste hebben 4 teenen en in plaats van den duim, een wratje, dat een platten nagel draagt; aan de achtervoeten komen 5 teenen voor; de staart is middelmatig lang, dicht, ruig en tweerijig behaard; de vacht is goed gevuld en zachtharig.
De hiertoe behoorende soorten, ongeveer 20 in getal, zijn gekenmerkt door den gestrekten, platten, op korte pooten rustenden romp, den platten kop met den stompen snuit, kleine, uitpuilende oogen en korte, ronde ooren, de zeer ontwikkelde zwemvliezen tusschen de teenen, den langen, spits toeloopenden, eenigszins plat gedrukten staart en het korte, stijve, gladde, glanzige haar.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek