Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


De tegenwoordige kaphoed verving, voor ongeveer een eeuw, den grooten, platten hoed van fijn stroo met zijden voering en veelkleurige, afhangende linten, mede een type der riddertijden. Het is wel opmerkelijk, dat de mannen over 't geheel meer geneigd zijn tot het moderne; de kuitbroek en typische hooge hoed van Walcheren beginnen reeds tot de zeldzaamheden te behooren.

Thans ziet men ze in de zoovele Hindelooper binnenkamers die in het midden van de negentiende eeuw, in de Romantische periode, als "levende schilderijtjes" in elkaar zijn gezet. Het Hindelooper costume bestaat, voor zoover de mannen betreft, uit een zeer sterk achttiend'eeuwsche lange jas met vele knoopen, korte kuitbroek, lage schoenen en op het hoofd een driesteek.

Hij was gekleed in sobere, zacht-bruin lederen, nauw-passende, doch gemakkelijk-zittende kleêren en met bruine kuitbroek aan, die hem goed stond en zijn figuur deed uitkomen. In weer en wind, hij liep blootshoofds. Zij stonden elkaar al maar aan te kijken zij ongeloovig-verbaasd, en hij met snelkloppend hart. Het was een oogenblik zonder inleiding, de belangrijkste ontmoeting van hun leven.

In Zeeland is de vroegere kuitbroek nagenoeg verdwenen: voorheen droeg men ook zilveren gespen op de knie en op de schoenen. Aan het bovenlijf draagt de Zeeuw een gekleurden borstrok met twee rijen zilveren knoopen, aan den hals gesloten door twee gouden knoopen. Ook bleven bewaard twee of vier zilveren broekplaten, die men broekstrikken noemt.

Aan de pantalon zag men zilveren broekstukken, en zilveren gespen maakten de kuitbroek van onderen vast. Bij de vrouwenkleeding, die het best bewaard is, gelijk wij zeiden, kan men op Walcheren nog eenige hoofdtypen onderscheiden, nl. het Walcherensche, die van Middelburger Ambacht, van Westkapelle, Arnemuiden en van Nieuw- en St. Joosland.

Nadat dit arme wezen ternauwernood twee rotsblokken ontweken was, vluchtte hij door den westelijken uitgang, den heuvel over, met zijn knapzak dansend op zijn rug en met glanzende beentjes die in een kuitbroek gestoken waren, en liet een spoor van krijtachtige echinodermata achter zich, terwijl de jonge Caddles, voldaan over de verwoesting die hij aangericht had, met groote passen naar buiten kwam om zijn fortuin in de wereld te gaan zoeken.

Als geleiders dier melkkarren kan men meestal nog zien den echt Walcherenschen boer, gekleed in korte kuitbroek en wambuis, het hoofd gedekt met een hoogen, eenigszins spits toeloopenden, vilten hoed met kleinen, omgeslagen rand, een type, dat zijn vorm schijnt ontleend te hebben aan den Spaanschen ridderhoed uit den tijd van Filips II. De vrouw draagt als hoofdbedekking een hagelwitte, gladde muts, een bijna onveranderd model van de ondermutsen der edelvrouwen uit de XVe eeuw, waarover een kaphoed, aan de achterzijde met een smaakvolle, waaiervormige garneering van gekleurd zijden lint en aan de voorzijde met linten van dezelfde stof.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek