Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Diodorus Siculus, een tijdgenoot van Caesar, roemt hun karaktereerlijkheid als die van de Romeinen zelfs overtreffend, en Tacitus, die een eeuw later schreef, spreekt van hun bijzonder vlug begrip en hoogen geestelijken aanleg. Door de zee beschermd als zij waren, nam waarschijnlijk de oorlog geen groote plaats in hun leven in, en in hoofdzaak waren zij een landbouwend volk.
Aldus begrijpt men de heiligheid der zoutbronnen en der bosschen, waarin deze zich bevonden, bij onze Germaansche voorouders; wij danken dit bericht aan Tacitus. De bereiding van het zout stond dan ook onder toezicht van priesteressen.
"Het is wel bij de Duitschers voorgekomen," zegt Tacitus, "dat hunne vrouwen door beden en vermaningen de reeds geslagene mannen naar het tooneel van den strijd terugvoerden, en dat deze, in de vrees dat hunne vrouwen den vijand in handen mochten vallen, de overwinning bevochten." Deze vereering der vrouwen, is door alle tijden heen, den Germaanschen volken eigen gebleven.
Reeds alleen de woorden "Eingedenk", "Erinnerung," waaraan de Duitsche dichters zooveel strophen wijdden, doen eene snaar in ons binnenste trillen. Ook op eenige andere eigenaardigheden der Duitschers, waarvan twijfelachtig zou kunnen zijn, of men ze deugden moet noemen, wijst Tacitus ons.
Moet men niet gelooven, dat Tacitus een diepen blik geslagen heeft in het wezen der Germaansche psyche, die niet van hartstochtelijken aard is, die niet verlangt zich naar buiten te openbaren en de gevoelens van het hart openbaar te maken; die haar leed in zich zelve verbergt; die geen "smartkreet" kent, en geene Grieksche of Iersche zich zelve pijnigende klaagvrouwen, maar alleen slechts "leeddragers."
In 89 verliet hij met zijne vrouw Rome, naar men vermoedt als legatus pro praetore provinciae Belgicae, en keerde daarheen in 93 wegens het overlijden van zijn schoonvader terug. In 111 of 112 was hij proconsul van Asia. Hij was bevriend met den jongen Plinius. Tacitus heeft zijn naam vereeuwigd door zijne geschriften: 1º.
De slijkerige grond en het water vermengden zich nog zoo, dat men, zooals de Romein Tacitus zeide, in de meeste gevallen nauwelijks durfde zeggen, of men vastland dan wel water voor zich had, of dat, volgens een geestigen Nederlander, den beroemden Hugo de Groot, "alle zaken die een land constitueeren, in de Nederlanden slechts aangeduid, slechts bij wijze van schets aanwezig schijnen te zijn."
Ge herinnert u de huiveringwekkende karakterschets, die Tacitus van dezen Caesar geeft: en met verbazing slaat ge een blik op dat schoone, echt aristokratische gelaat, waarover eene uitdrukking van welwillendheid en vroolijke geestigheid zweeft; en onwillekeurig vraagt ge u af, of wellicht de romeinsche geschiedschrijver aan de waarheid ontrouw is geworden.
In zijn sterfjaar, 97, was hij met keizer Nerva consul. Tacitus hield eene lijkrede op hem. Hij was een vaderlijke vriend voor den jongeren Plinius. Hij maakte ook gedichten. Verna of vernaculus is een slaaf, die in zijns meesters huis geboren is. Uit den aard der zaak waren zij in den regel vrijpostiger dan gekochte slaven.
De Noorwegers werden weer een eenvoudig en vrij boeren-, visschers- en schippers-volk, wat zij in hoofdzaak altijd geweest waren en gebleven zijn. Op de Noorwegers is nog altijd van toepassing, wat Tacitus gezegd heeft van den aard der Germaansche wijze om zich hier of daar neder te zetten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek