Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Wij gingen plechtig onze opwachting maken bij Zil es Sultan, de Schaduw van den Souverein, die voor onzen luisterrijken intocht in Ispahan heeft gezorgd. Hij is de oudste broeder van den Shah, maar daar hij niet de zoon was van een wettige vrouw, mocht hij zijn vader niet opvolgen. Dat is jammer voor Perzië, want hij is een zeer verstandig man met veel energie.

Toen in 1902 de sultan van Jolo zich aan de Amerikanen onderwierp, lieten hem zijn onderdanen in den steek en weigerden gehoorzaamheid aan iemand, die de slaaf der christenen was geworden en wiens gezag zij dus niet langer konden erkennen. Sedert dien is het eiland nooit volkomen tot rust gebracht.

Toen de Tscherkessen pas in het land waren gekomen, maakten zij zich uit gebrek wel eens aan rooverijen schuldig; doch zoodra de Sultan hun eenig grondgebied had afgestaan, zijn zij dadelijk gaan arbeiden, en een vreedzaam, welvarend volk geworden.

Niet ver van het slangenpaleis ligt de kazerne der konstapels, en daar naast ziet men de zilvergieterij, waar de platen gemaakt worden voor de munt, die men in het serail aantreft. Het turksche geld is niet versierd met het borstbeeld van den sultan, daar de koran de afbeelding van de menschelijke gedaante verbiedt, maar draagt het naamcijfer en den titel van den Grooten Heer.

Eindelijk komen wij aan de belangrijkste ruïne der geheele streek, aan het graf van sultan Sandjar, op eene hoogte of terp gebouwd, waardoor het monument, uit de verte gezien, veel hooger schijnt dan het werkelijk is.

Zilver voor landbouw-onderwijs, zilver voor landbouw-crediet, zilver voor irrigatie vooral, zilver genoeg, met dat toovermiddel ware de schoone schijn van Java's rijkdom wel te hertooveren in een schooner werkelijkheid. Maar totdat die talisman wordt aangewend.... Sultans-Land De Sultan van Djokjakarta huwt zes van zijn dochters uit.

Het is een invitatie van mijn ouden vriend Marcel en het is zoo'n zeldzaam geval, dat ik het zelf zien moet. Een anderen keer! Maar echte diners komen daar nog minder voor dan zonsverduisteringen!" "Wat! Je wilt ons in den steek laten, om naar dien kerel te gaan, en dat zeg je me zoo maar in mijn gezicht!" "Aan wien moet ik het anders zeggen? Aan den sultan van Turkije soms?

Damascus, tot het uiterste gebracht, zendt vier maagden tot Tamerlan, om genade te verwerven, doch zij worden meedoogenloos geslacht. Dit wordt gevolgd door een alleenspraak van Tamerlan, die van zijn hartstochtelijke liefde voor Zenocrate getuigenis aflegt. Toch is hij niet verzacht, want hij laat terstond daarna Bajazet, in zijn kooi, met Zabina voor zich brengen; doch op het bericht, dat wel Damascus genomen, maar de sultan van Egypte, alsmede de koning van Arabië, vroeger met Zenocrate verloofd, met hun leger nabij zijn, vertrekt hij terstond ten strijde. Bajazet, alleen gelaten, maakt, na een gesprek met zijn echtgenoote Zabina, van de gelegenheid gebruik om zich het hoofd tegen de kooi te verbrijzelen en Zabina volgt zijn voorbeeld. Zenocrate verschijnt en klaagt bitter over Tamerlans wreedheid. Middelerwijl woedt de strijd, de koning van Arabië komt doodelijk gewond op en sterft; onmiddellijk daarna komt Tamerlan als overwinnaar terug, vergezeld van den sultan van Egypte, die in zijn macht is gevallen, doch het leven behoudt en zelfs zijn rijk terugontvangt, zooals Tamerlan zegt in een toespraak, die het eerste stuk besluit (V. 2): Dat het tweede deel verscheiden jaren later speelt, blijkt hieruit, dat er drie zoons van Tamerlan en Zenocrate in optreden, allen reeds van den leeftijd om de wapenen te voeren. Doch overigens in alles hetzelfde, Tamerlan is er met de jaren niet makker op geworden; eer zou men zeggen, dat zijn woestheid nog is toegenomen, en tevens treden er eenige tegenstanders op, die evenzoo van hun legers, gevechten en overwinningen zwetsen, kortom een even grooten mond opzetten als hij. Zij worden natuurlijk overwonnen; Tamerlan spant een paar der gevangen koningen voor zijn wagen, legt hun een gebit in den mond, neemt de teugels in de linkerhand en een zweep in de rechter, waarmede hij hen voortdrijft; zoo verschijnt hij een paar keer ten tooneele (IV. 4 en V. 1). De woorden van den zwetsenden Pistool, Falstaff's vaandrig (2 Kon. Hendrik

Toen werd hij vergezeld door majoor Brazier Creagh van den gezondheidsdienst bij 't leger, door sultan Soekhroe, officier van een cavalerie-regiment uit Pendsjab, door twee sowars van het corps gidsen en door twee hindoesche bedienden. Hij vertelt het volgende van die tweede reis.

Zij vormen een aanzienlijk bestanddeel der bevolking van Hongarije en Oostenrijk, en maken verreweg het grootste gedeelte der Europeesche onderdanen van den Turkschen Sultan uit.

Anderen Op Zoek