Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Zij komen alle hierop neer: Ten eerste: dat de lichamelijke substantie, voor zoover zij substantie is, naar hunne meening uit deelen bestaat, en daarom ontkennen zij dat deze oneindig zijn en dientengevolge tot Gods wezen behooren kan. En dit lichten zij toe met vele voorbeelden, van welke ik er enkele zal aanhalen.

En het is boven allen twijfel verheven, dat deze vroege broedsels precies evenveel baat vonden bij deze substantie als de kippen van den heer Bensington.

Opmerking I: Aangezien "eindig zijn" in zekeren zin eigenlijk een ontkenning is en "oneindig zijn" een volstrekte bevestiging van het bestaan van eenig wezen, volgt ook alleen reeds uit Stelling VII dat elke substantie oneindig moet zijn.

Daar nu, naar zij meenen, deze ongerijmdheden het gevolg zijn van de onderstelling eener oneindige grootheid, maken zij hieruit de gevolgtrekking dat de lichamelijke substantie eindig moet zijn en dientengevolge niet tot Gods wezen kan behooren. Een tweede bewijsvoering gaat eveneens uit van Gods opperste volmaaktheid.

Opmerking: Hieruit blijkt dat, ofschoon twee attributen inderdaad als verschillend worden begrepen, dat wil zeggen zonder elkaars hulp, wij toch niet de gevolgtrekking mogen maken dat zijzelf twee Zijnden of twee verschillende substanties zouden zijn; immers het behoort tot den aard eener substantie dat elk harer attributen uit zichzelf begrepen worde; aangezien alle attributen welke zij bezit gelijktijdig en eeuwig in haar aanwezig waren en niet door elkaar kunnen zijn voortgebracht, maar elk van hen de werkelijkheid of het zijn dier substantie uitdrukt.

De heer Bensington haalde weliswaar critisch den neus op voor deze wanorde, doch hij maakte geen noodeloos kabaal, en zelfs toen hij een wesp zich vond te goed doen in een medicijnpot, half vol Herakleophorbia IV, merkte hij eenvoudig kalm op, dat ze zijn substantie liever moesten afsluiten voor de vocht, dan het zóó aan de lucht bloot te stellen.

Dit geschiedde tusschen reveille en morgenappèl, terwijl wij allen binnensmonds mopperend, de stugge broeken en tunieken om onze nog slaapslappe lichamen heeschen en de beenen omwonden met windsels uit scheurgrage substantie.

Want in de wereld der dingen is niets gegeven als substanties en hunne bestaanswijzen, gelijk blijkt uit Ax. I en Def. Derhalve kan een substantie ook met geen mogelijkheid door iets anders worden voortgebracht. H.t.b.w. Anders. Gemakkelijker nog valt dit te bewijzen uit de ongerijmdheid van het tegendeel. Ax. Def. Stelling VII. Tot het wezen eener substantie behoort het bestaan. Bewijs. H.t.b.w.

Indien nu echter iemand mocht vragen, aan welke kenteekenen wij dan wel het verschil van substanties kunnen onderscheiden, zoo leze hij de volgende stellingen, welke aantoonen dat er in het Heelal slechts ééne enkele substantie bestaat, welke substantie volstrekt oneindig is, zoodat men naar zulk een kenteeken te vergeefs zou zoeken. Stelling XI.

Opmerking: Deze stelling kan ook worden afgeleid uit Stelling V. Deel I, waar bewezen wordt dat er geen substanties van denzelfden aard kunnen bestaan. Immers aangezien er vele menschen bestaan kunnen, kan datgene wat het wezen van den mensch uitmaakt, ook niet het zijn eener substantie zijn.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek