Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 mei 2025


Tot gij den weg door warrelende straatjes en steegjes alleen zult weten. En verlangen zult alleen te gaan, als uw hart zwaar is en gij verlangen zult uit te schreien tegen den muur. Dien eersten Vrijdagavond ben ik gast geweest in het meisjesweeshuis van den heer en mevrouw Zilversmit, waarvan ik u al gesproken heb. O, in dit huis is de Sabbath een heerlijkheid.

Als eene flauwe schemering ons in staat stelde iets beter te zien, bespeurde ik dat die vrouwen zeer bleek zagen, haar lichtblonde haren hingen over de schouders; de kinderen waren bijna naakt en de weinige kleeren, die ze aan 't lijf hadden, waren lompen. In een der steegjes zagen wij varkens in het stilstaande water der goot wroeten, waaruit een walgelijke geur oprees.

Uit de zindelijke en lichte straten waren we plotseling zonder overgang in een wirwar van steegjes verzeild geraakt, smalle nauwe doorgangen tusschen hemelhooge huizen, alle oud en vervallen. Het was als een doolhof en telkens liepen we stomp en moesten omkeeren, om ons eindelijk weer bij het begin terug te vinden.

De indruk van nieuwheid, dien Tanger van de zeezijde maakt, raakt terstond verloren, als men in de straten en steegjes der stad een weinig heeft rondgekeken. Ze zijn krom en bochtig, steil en in 't geheel niet geplaveid.

Zij drongen de nauwste steegjes binnen, en bogen zich over den rand der putten heen, in de diepte waarvan zij hun eigen lachend beeld weerkaatst zagen door het heldere water, dat even wit als spiegelglas was; terwijl achter hen aan, mijnheer Chabre zijn schelpvisch voortdroeg, beschut door het groene percaline van zijn parasol, zijn onveranderlijke tochtgenoot.

Terwijl men bezig was de bagage af te laden, ging ik, verleid door de avondschemering, die nauwe straat in; na een paar donkere, tusschen hooge zwarte muren ingesloten steegjes te zijn langs gaan, zag ik een in grootschen stijl aangelegd plein, en stak dat over, in de hoop nu een meer levendiger wijk te zullen bereiken.

Ga maar eens door de straten van de oude stad. Ja, zeker zijn ze mooi en bijzonder met hun overvloed van trappen, steegjes, poortjes, gewelven, hofjes en huizen. Maar er zijn hoeken, waar de zon nooit komt en waar de lucht loodzwaar is. O, ik houd van de vijftig kleine Joodsche jongens. Na den kerkdienst hebben zij natuurlijk honger.

Johan Doxa, de vader, verkocht speelgoed in de Zespenningstraat, een grijze wijk van nauwe steegjes, midden in de Lage Stad. Hij had er een smal winkeltje met een gebroken drempelzuil, een vunzigen gang en een groen-houten hekje, waarop, tenden een buigzaam veerijzer, een waarschuwende bel vastgehecht was. Het winkeltje was grauw, haast donker.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek