Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 oktober 2025


Zeer vriendelijk heette graaf Heribert, een statig ridder op gevorderden leeftijd, den ridderlijken neef van zijn keizerlijken heer welkom op zijn burcht. Totdat het twaalf uur sloeg, voerden ze in het gezellige vertrek van den slotheer een onderhoudend gesprek. Den volgenden morgen stelde graaf Heribert zijn dochtertje Hildegonda aan den ridder voor.

Den volgenden nacht sloop hij heimelijk naar den burcht, trok het lindeboompje uit de aarde en wierp het met een ruwen vloek in het stille water van den Rijn. Op dezelfde plaats plantte hij het verdorde stammetje. Den volgenden morgen overschreed de dochter van den slotheer den drempel van den burcht en begaf zich in Gods heerlijke natuur, waar de lente in aantocht was.

Zoo betraden zij het rotspad, dat naar Tintagel voerde, en vertoonden zich aan de poorten van het slot, die, toen de wachters den slotheer herkenden, terstond wijd werden geopend.

Langs de met groen omkranste trappen daalden de gasten omlaag om gezamenlijk het noenmaal te nuttigen. Den ganschen dag bleef men in huis, daar de barre koude weinig tot uitgaan lokte, maar de uren vlogen om. De slotheer bleef steeds in de nabijheid der oude, gerimpelde vrouw, die Walewein in de kapel bemerkt had, op gedempten toon spraken zij met elkaar en schenen gewichtige zaken te verhandelen.

Tegen zijne rustbank geleund stonden twee zwaarden: het zijne en dat, hetwelk de zieke slotheer hem ten geschenke had gegeven. Toen hij geheel gereed was, begaf hij zich langs de breede trappen naar beneden, naar alle kanten spiedend, of hij niet een spoor van leven kon ontdekken. Maar neen het slot was als uitgestorven.

Even later kwam een page haar kond doen, dat twee onbekenden, daar de slotheer afwezig was, oorlof vroegen onmiddellijk tot de vrouwe te worden toegelaten. En weldra traden een oude man en een oude vrouw de kamer binnen, diep gebogen, met stof bedekt, in linnen gekleed, en ieder steunend op een stok. Ze vatten moed, en zeiden dat ze Juliaan tijding van zijn ouders kwamen brengen.

Hoe Iwein getuige is van de plechtige begrafenis van den slotheer en hoe hij in liefde ontbrandt voor diens schoone Weduwe. Luned gebood hem haar te volgen en bracht hem door een doolhof van gangen naar een achthoekig torenvertrek, dat uitzag op het plein vóór het kasteel.

Evenals in lang verleden tijd, stond het portaal, met zijne massieve zware vleugeldeuren, wijd open, als wist het, dat spoedig, binnen weinige weken, de gelukkige slotheer zijn jonge schoone vrouw over den ouden drempel van zijn voorvaderlijk huis zou leiden; van de trappen van het bordes was het groene mostapijt verdwenen, en de beide oude beren zagen verwonderlijk trotsch uit onder een paar groote eiken kransen, die een schalksche hand hun op de eerwaardige hoofden gezet had.

Hoe gaarne zou ik dit alles weten, maar zeide mijn leermeester mij niet, dat bescheidenheid onder alle omstandigheden als hoogste deugd des ridders geprezen moest worden? Bovendien ik kan den slotheer niet helpen. Ieder mensch heeft zijn eigen leed te dragen, heb ik niet het mijne, dat mij rusteloos voortjaagt in ongestild verlangen naar een doel, dat ik wellicht nooit bereiken zal?"

De waard en waardin waren vriendelijke menschen, die door den ridder verheven werden tot slotheer en slotvrouwe, en in de slordige dienstmaagd, die onsterfelijk is geworden onder den naam van Maritornes, zag hij een dame van hoogen rang, die bij hem woonde.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek