Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


O, gij bedoelt de cicindela campestris of veld-zandkever, dien als smaragdgroen glinsterenden kever met fraaie roode stippen versierd welke in de zon schitteren als vuur. Ja, dit is een merkwaardig insect. Ik noemde het den tijger onder de insecten om zijne wreedheid. Hij is een zeer roofzuchtig dier tegen hetwelk geen enkel insect bestand is.

Het bisdom van Woronesj, aan de grenzen der tartaarsche steppen gelegen, had eene zeer eigenaardige, half wilde bevolking: Kozakken, Kalmukken, Malo-Russen: een wonderlijk mengelmoes van allerlei stammen, die een zwervend leven leidden, lui, roofzuchtig, aan dronkenschap en onmatigheid ten prooi. De geestelijkheid was misschien nog dieper gezonken dan de leeken.

Hunne zinnen zijn zeer scherp, vooral de drie edelste: het gezicht, het gehoor en de reuk. Dit maakt hen uitnemend geschikt voor het roovershandwerk; slechts in de eigenlijke Marters vinden zij beroepsgenooten, die tegen hen opgewassen zijn. Alle Viverren zijn in de hoogste mate roofzuchtig en bloedgierig; zij vallen alle dieren aan, die zij meenen te kunnen overmeesteren.

Corsica, Korsike, doch bij de ouderen gewoonlijk Kyrnos geheeten, het bekende eiland; de bewoners heeten Corsi. De bodem was onvruchtbaar, de bevolking ruw en roofzuchtig. Na den eersten punischen oorlog kwam het onder Rome met Sardinia, waarmede het ook verder als ééne provincie vereenigd bleef.

Als twist en haat de aarde vervullen, moeten ook de doode dingen veel lijden. Dan wordt de weg wild en roofzuchtig als een roover, dan wordt de akker karig als een gierigaard. Maar wee hem, door wiens schuld de wouden zuchten en de bergen treuren. 't Was een merkwaardig jaar, toen de kavaliers regeerden. Mij dunkt, toen moet de onrust der menschen de rust der doode dingen verstoord hebben.

Door levenswijze en gewoonten herinneren de Klauwiervogels evenzeer aan Roofvogels als aan sommige Raafvogels. Ondanks hun geringe grootte, zijn zij zeer moedig, roofzuchtig en moordgierig. Zij onderscheiden zich niet door den omvang, maar wel door de menigvuldigheid hunner talenten.

Volgens mijn ervaring zijn tamme Tijgers, die op deze wijze opgevoed zijn, niet valsch en niet roofzuchtig; ook hebben zij geen aanvallen van wildheid, als zij maar rijkelijk gevoederd worden. Ik had er eens een van aanzienlijke grootte, die ik er aan gewend had in mijn slaapkamer te slapen.

Vooral de Guahibos langs de Meta zijn zeer woest en roofzuchtig; in 1878 hebben zij een blanke, die bij de monding van de Meta kampeerde, met zijn geheele gezin vermoord, en dat uitsluitend met het doel om hem te bestelen. Zij maakten zich meester van zijn geweer, dat hij in zijne prauw had achtergelaten, en sloegen hem met de kolf dood.

Homona, Homonadenses, Homonades of Omana, Omanades, stad en roofzuchtig bergvolk in Pisidia, in het Taurusgebergte. Zijn minister en voogd Stilicho, een voortreffelijk veldheer, wist wel de invallen van germaansche volkeren af te weren, maar deed niets tot ontwikkeling van den jongen vorst, hoewel deze zijne dochter had gehuwd.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek