Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


In de hoop dat de aankomenden hem hulp zouden kunnen verschaffen, verliet hij de plaats waar hij post gevat had, begaf zich naar den rijweg, en herkende al spoedig in de naderende ruiters den Heer van Sonheuvel met zijn rijknecht, die op hun terugtocht naar Den Haag waren.

Hare dochters waren nog oneindig meer beangst door het denkbeeld van in een zoo donker en eenzaam woud te zullen moeten overnachten. Te vergeefs trachtte de jonge graaf zijne zusters gerust te stellen. De rijknecht was regt verdrietig over het gebeurde, schimpte geweldig op den slechten weg, waaraan hij alle schuld gaf, krabde zich achter de ooren en wist niet wat nu te beginnen.

's Zondags, en ook wel in de week, preekte hij voor den slotvoogd en andere vertrouwden; en dagelijks maakte hij voor zijn gezondheid kleine wandelingen in den omtrek van het slot; later waagde hij zich ook wel verder. Hij was dan altijd in zijn ridderkleeding en in gezelschap van een rijknecht, die hem les moest geven in het riddertje-spelen en in het hanteeren van de wapenen.

De kuiper, die zijn winkel in de nabuurschap had, nam de pijp uit den mond en bleef met opgeheven hamer staan; de rijknecht, die het paard naar de smidse had gebracht, en de smid, die het beslaan zoude, traden toe op dat geluid, zonder zich te bekreunen over de ongemakkelijke houding, waarin de arme viervoet hun terugkomst stond af te wachten; de winkelierster, die achter de toonbank bezig was een lood snuif af te wegen, en de oude keukenmeid, die voor de toonbank in haar knipje frommelde om het vereischte getal duiten te zoeken, braken, als bij wederzijdsch akkoord, haar handel voor een oogenblik af en bleven met uitgerekten hals staan luisteren: de sleeper, die voor het wijnhuis aan den hoek zijn halfje kocht, toefde met den roemer aan de lippen te brengen, uit vrees dat het klokken van den jenever hem een woord zou doen missen; overal, uit voor- en pothuizen, uit kelder- en zoldervensters kwamen hoofden en aangezichten te voorschijn; terwijl in diepe stilte en gespannen verwachting, elk de ooren spitste om de orakeltaal des gewichtigen mans te vernemen.

Henrique was op dit nieuwe eigendom zoo trotsch als een knaap maar wezen kan; en toen hij zijnen kleinen rijknecht de teugels uit de hand had genomen, bezichtigde hij zijn paardje nog eens zorgvuldig en daarbij betrok zijn gezicht. "Wat is dat, Dodo, gij luie rekel? Gij hebt mijn paard van morgen niet gepoetst." "Ja wel, meester," antwoordde Dodo onderdanig. "Hij heeft dat stof zoo pas gekregen."

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek