Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 oktober 2025


Van ééne zijde vertegenwoordigen zij het uiterste standpunt der romantiek, van de andere zijde, door den achtergrond, dien de werkelijkheid vormt, het begin van het realisme. In de ontwikkeling van Ibsen, als geheel beschouwd, vormen de drie genoemde stukken een overgangslid. Maar door hun monumentale beteekenis vormen zij een zelfstandige groep.

Ik was spoedig teleurgesteld en heb ook lang overwogen, er maar den brui van te geven en eenvoudig literator te worden. Maar mijn neigingen brachten mij volstrekt niet tot realisme, en ik begreep wel, dat iemand die niets anders deed dan verzen maken, om te kunnen leven in de een of andere slavernij moest vervallen.

Bij Ibsen openbaart zich het nieuwe realisme niet als eene richting van den tijd, waarbij hij zich aansluit, maar als eene consequentie van zijn eigen ontwikkeling. Ibsen was van nature tegelijk idealist en realist. Hij had een hoog denkbeeld van de mogelijkheden, die in den mensch zijn, en hij had de neiging, om de realiseering dier mogelijkheden als zedelijken eisch te stellen.

En vindt u niet, dat onze literatuur juist den anderen kant uitgaat? Neen, ik zou juist zeggen, dat er in den laatsten tijd stroomingen komen, die veel meer dien kant uit gaan. Scharten heeft naar aanleiding van "Geertje" o.a. dit geschreven, dat de romanliteratuur in de toekomst zoo zal zijn, dat er een soort van romantiek gaat door het realisme.

Niet enkel verraadt zich in de teekening der figuren en in het koloriet een realisme, dat hemelsbreed verschilt van de ideale opvatting der eigenlijke Transfiguratie: maar er is iets ergers. In dit aardsche gedeelte der schilderij geen spoor van dat verheven, naïeve gevoel, dat zich alleen om de voorstelling zelf, om de uitdrukking bekommert, en niet denkt aan de toeschouwers, aan het publiek.

Verheven boven het gewoel beneden, benaderde men met teer gebaar de verheven stemming van den poëet. Realisme en naturalisme kregen een knauw.

Want zijn realisme was zuiver zedekundig-maatschappelijk en humanitair, stond geheel onder den invloed van zijn behoefte tot aanwijzen van misbruiken en opwekken tot verbeteren. Niet om de koel- en verstandelijk waargenomen werkelijkheid weer te geven, was het hem te doen.

Asbjørnsen treedt hier zelfstandiger op, en hij maakt den overgang van romantiek tot realisme. Ofschoon het woord "eventyr" in den titel voorkomt, houden die boeken toch geen sprookjes in, maar mededeelingen omtrent volksgeloof, grootendeels in concrete voorbeelden. Asbjørnsen legt de verhalen in den mond van vertellers, met wie hij heeft omgegaan, en zelf geeft hij eene omlijsting.

De heiden met hun frissche natuur, door geen valsche kunst bedorven, door geen moderne maatschappij met haar strijd en politiek, haar gedoe en mode verontrust, treffen den dichter door hun stemmig realisme, dat Herman Robbers juist teekent.

Hier krachtig realisme en onbedwongen zinnelijkheid; maar ook welk een dartele levenslust en onbezorgde vroolijkheid, welk een helder opklinkende lach! Niet zóó scherp noch zóó volstrekt echter moet men zich deze tegenstelling denken, alsof alle Duitsch-getinte liederen tegenover de zuiver-Vlaamsche konden worden geplaatst als idealisme tegenover realisme.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek