Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Wie in dezen wedstrijd van gemeen-vulgaire pralerij wil mededoen, moet noodwendig over geld, veel geld, kunnen beschikken; en heden ten dage doet het er volstrekt niets toe, hoe men aan geld komt. "Dit voortwoekerend bederf heeft nog andere noodlottige resultaten opgeleverd, die niet minder verontrustend zijn.
Overigens was in al de woorden van Thénardier, in zijn toon, in zijn gebaren, in zijn blik, die bij ieder woord vlammen schoot, in deze uitbarsting eener slechte natuur, die zich geheel vertoonde, in dit mengsel van pralerij en verworpenheid, van hoogmoed en nietigheid, van woede en dwaasheid, in dien baaierd van wezenlijke grieven en valsche gevoelens, in deze onbeschaamdheid van een slecht mensch, die zich aan den wellust van het geweld overgeeft, in deze ontvlamming van allerlei lijden, vermengd met allerlei haat iets afschuwelijks als het kwade, iets treffends als de waarheid.
Ik zwoer haar, dit kind, wanneer het ooit mijn pad kruiste, dood te jagen; het nooit met rust te laten; het te vervolgen met bittere en genadelooze vijandschap; den haat, dien ik diep voelde, onverzoenlijk op hem neer te doen dalen, en op de zotte pralerij van dat beleedigende testament te spuwen, door hem, als ik kon, aan de galg te brengen.
Geen eerzucht, geen ijdelheid, al kwam er later natuurlijk wat pralerij bij, maar zegezucht. Geheel in ons eentje, ongezien, oefenden we ons op ieder paaltje, hoe lastiger hoe liever. En dat deden we niet om een bewust doel, als een soort plicht, maar omdat we 't niet laten konden. We verloren ons er in zooals een dichter in zijn verzen, een schilder in zijn verven.
Maar zooals zijn ijdelheid nooit bleek in iets wat ook maar in de verste verte op pralerij geleek, zoo vertoonde de duivel van zijn jaloezie ook nooit zijn bokkepoot in heftigheid en overijling. Hij herinnerde zich altijd een woord, dat hij in zijn jeugd gelezen had: een jaloersch man is altijd belachelijk; maar 't meeste als hij met een dolk komt aanloopen.
Likkepoot, de tweede vinger, kwam zoowel in zoet als in zuur, wees naar de zon en de maan en gaf den druk, als zij schreven. Langeliereboom, de derde, keek al de anderen over het hoofd heen. Ringeling, de vierde, ging met een gouden gordel om het lijf, en Pinkeling, deed volstrekt niets, en daarop was hij trotsch. Pralerij was het en pralerij bleef het, en daarom ging ik heen!»
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek