Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Het zijn altijd dezelfde klaagtonen: het arme volk, geteisterd door de oorlogen, uitgezogen door de ambtenaren, leeft in gebrek en ellende; iedereen teert op den boer. Zij lijden geduldig: "le prince n'en sçait riens", en als zij soms murmureeren en de overheid smaden: "povres brebis, povre fol peuple", de heer zal hen met een woord weer tot rust en tot rede brengen. In Frankrijk komt onder den indruk van de jammerlijke verwoesting en onveiligheid, waaraan de honderdjarige oorlog gaandeweg het geheele land overleverde, één trek in die klacht op den voorgrond: de boer geplunderd, gebrandschat en mishandeld door de krijgsbenden van vriend en vijand, beroofd van zijn ploegdieren, van huis en hof verjaagd. In dien vorm neemt de klacht geen einde meer. Men hoort haar van de groote reform-gezinde geestelijken omstreeks 1400: Nicolaas van Clemanges in zijn Liber de lapsu et reparatione justitiae, van Gerson in zijn moedige en aangrijpende politieke preek voor de regenten en het hof op het thema Vivat rex, 7 November 1405 in het paleis der koningin te Parijs gehouden, Jean Jouvenel, de bisschop van Beauvais, houdt in bittere klachten de ellende van het volk voor aan de Staten te Blois in 1433, te Orleans in 1439. Gepaard aan het beklag der andere standen over hun moeilijkheden, in den vorm van een twistgesprek, vindt men het thema van de volksellende in Alain Chartier's Quadriloge invectif, en in Robert Gaguin's daarop geïnspireerd Debat du laboureur, du prestre et du gendarme. De kroniekschrijvers kunnen niet anders dan telkens erop terugkomen; hun stof bracht het mee. Molinet dicht een Resource du petit peuple, de ernstige Meschinot herhaalt de waarschuwingen over de verwaarloozing van het volk keer op keer: "O Dieu, voyez du commun l'indigence, Pourvoyez-y
Vooral Guy de la Trémoïlle spaarde geen kosten; hij besteedde er meer dan 2000 ponden aan. "L'on ne se povoit de chose adviser pour luy jolyer, ne deviser, que le seigneur de la Trimouille ne le feist faire en ses nefs. Et tout ce paioient les povres gens parmy France...."
Er was aan de adellijk-militaire carrière een financieele kant, die dikwijls zeer vrijmoedig wordt bekend. Elke bladzijde der laat-middeleeuwsche krijgsgeschiedenis geeft te verstaan, hoe zeer het daarbij aankwam op het maken van aanzienlijke gevangenen, terwille van den losprijs. Froissart verzuimt niet te vermelden, hoeveel de bedrijver van een geslaagde overrompeling bij de zaak verdiende. [3286 Maar behalve de directe baten van den oorlog spelen ook de pensioenen en renten en gouverneursposten in het leven van den ridder een groote rol. Het vooruitkomen wordt grif als doel aanvaard. "Je sui uns povres homs qui desire mon avancement", zegt Eustache de Ribeumont. Froissart vertelt zijn eindelooze faits divers van den ridderkrijg onder andere tot voorbeeld van de dapperen, "qui se désirent
"Si fault de faim perir les innocens Dont les grans loups font chacun jour ventrée, Qui amassent a milliers et a cens Les faulx tresors; c'est le grain, c'est la blée, Le sang, les os qui ont la terre arée Des povres gens, dont leur esperit crie Vengence
Les roys puissans, les contes et les dus, Li gouverneur du peuple et souverain, Quant ilz naissent, de quoy sont ilz vestuz? D'une orde pel. ... Prince, pensez, sanz avoir en desdain Les povres gens, que la mort tient le frain".
Een naamlooze Exclamacion des os Sainct Innocent begint met den toeroep der beenderen in de knekelgalerijen van het beroemde kerkhof: "Les os sommes des povres trespassez. Cy amassez par monceaulx compassez. Rompus, cassez, sans reigle ne compas...." Een aanhef, om de luguberste doodsklacht op te bouwen; maar het wordt niet anders dan een memento mori van twaalf in het dozijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek